340
instelling goed is, letterlijk en figuurlijk. En bovendien ben ik al 26 jaar burgemeester. Dat beperkt
je ook behoorlijk.
Ik heb veel steun van u allemaal mogen ervaren. Ook waren alle ambtenaren er iedere dag en
soms 's nachts als het moest om mij in mij rol te ondersteunen.
Mijn dierbaren waren daar altijd om mij te ondersteunen.
De leden van de gemeenteraad, de Bredanaars, de collega bestuurders in en buiten het college en
noem maar op. Ik ben daar heel dankbaar voor en pleit voor wederzijdse solidariteit om elkaar
juist in onze beperkingen te ondersteunen, dus ook die mensen bij de Makro. Ik zou bijna willen
vragen: wil iedereen zonder beperking nu even zijn hand opsteken? U ziet het, dat zijn er maar
weinig. Dat zijn er dus weinig. Ëén. Ik vind het heel eerlijk van u. Maar op gelijke voet deelnemen
aan het maatschappelijk verkeer is met een handicap, beperking, stoornis of afwijking zeker niet
altijd makkelijk. Maar dat wil niet zeggen dat je helemaal niet kunt deelnemen. Je kunt andere
dingen doen of op een aangepaste manier werken. En daar hebben wij allemaal een
verantwoordelijkheid in.
Het participatieprobleem waar we nu allemaal zo over spreken, op het gebied van scholing, arbeid,
sociaal leven, vrije tijdsbesteding, komt immers niet alleen voort uit de beperking bij een persoon
maar ook uit de handicap makende omgeving zoals wij die vaak zelf creëren. Met een beperking
mee kunnen en mogen doen zou vanzelfsprekend moeten zijn zeker als je bedenkt dat er in ons
land zeker 2 miljoen mensen met beperkingen zijn. En als u een representatief publiek blijkt, dan
blijkt die schatting nog aan de lage kant. Laat beperkingen onze kracht zijn en het begin van echt
en met respect naar elkaar luisteren.
En dat is ook een goed uitgangspunt in de rat race die we dagelijks ervaren onder andere door ons
zeer intensieve gebruik van allerlei media. Dat vraagt om permanente reflectie en luisteren als
tegenhanger. Sommige mensen worden door hun lichamelijke of psychische beperkingen
gedwongen tot matigheid. Maar zou het ons als bestuurders niet ook sieren als we door middel van
zorgvuldig hoor en wederhoor gematigdheid aan de dag blijven leggen en ons niet laten leiden door
het populisme dat de hoge politieke omloopsnelheid van vandaag schijnbaar lijkt te vragen? Ik
denk het wel.
De vluchtelingen in het AZC in onze stad hebben dat nodig, net als de jongeren en ouderen die een
beroep moeten doen op zorg. Juist in 2015 als de gevolgen van de grote decentralisaties met de
enorme bezuinigingen zich ook gaan manifesteren. De sociaal zwakkeren hebben dat nodig. Maar
ook niet te vergeten de culturele sector. Maar zelfs de economie. Juist nu de oververhitting van
2008 geen eenmalige gebeurtenis blijkt te zijn. Het vraagt moed om degene te zijn die
gematigdheid aan de dag legt, degene die zegt: wacht even, laten we er nog eens goed over
nadenken.
En gelukkig zit die moed ons goed in de genen. Aan de overkant van dit mooie stadhuis aan de
Markt staat de grootste Nassaukerk van Europa. De Nassaus, heren aan het hof van Bourgondië,
lieten dit monument ontwikkelen als symbool van het nieuwe denken in hun tijd. Het Europees
humanisme dat gekenmerkt werd door de creativiteit maar ook de lenigheid van geest zoals
Erasmus moedig het formuleerde. Kernwoorden toen waren: vrije dialoog, kritisch denken,
tolerantie, respect, verantwoordelijkheid, goed onderwijs voor iedereen en de vorming van
wereldburgers. Wat mij betreft, geven wij die begrippen opnieuw lading. Ik zie dat ook om me
heen gebeuren. Juist jongeren die, ook in Breda, met zijn grote en internationaal goed
georiënteerde hogescholen de verbinding zoeken met elkaar, fysiek en digitaal en vanuit
gelijkwaardigheid een nieuwe samenleving opbouwen. Laten we het met elkaar misschien het neo-
bourgondisch denken noemen. En daarbij mag je natuurlijk genieten van spijzen en andere
geneugten van het leven. En u weet dat ik een fervent carnavalsvierder ben.
Maar het nieuwe of neo bourgondisch denken gaat verder. Het is wat mij betreft een inclusief
denken waarbij kracht samen gaat met beperkingen. Kracht, dames en heren, zit wat mij betreft
ook in de beperking. En daar moeten we juist in de cultuur van het openbaar bestuur over praten.
En daarbij gaat het niet om de macht. Zeker niet. Maar om gemachtigd te zijn en verantwoording
willen afleggen. En daarom heeft het mij nooit moeite gekost aan u wanneer nodig verantwoording
af te leggen. Namens u was ik 10 jaar gemachtigd om uw burgemeester te mogen zijn. Met al mijn
kracht. Maar ook met mijn beperkingen. In de 10 jaar burgemeesterschap is er ongelooflijk veel
veranderd. De digitalisering heeft een enorme vlucht genomen. We spreken over de al of niet
gekozen burgemeester. De stad heeft meer verbinding met de regio dan ooit. Maar ook het
vluchtige en soms het verwende en megalomane denken is wel wat toegenomen. Maar ook de
komende 10 jaar verandert er ongetwijfeld veel.
Dames en heren, ik ga mijn laatste speech als burgemeester van Breda beëindigen.
Allereerst een oprecht dankwoord aan de Bredanaars, aan de ambtenaren, de secretaris en al zijn
collega's, de collega's in de opeenvolgende colleges, en zeker ook de gemeenteraadsleden en de