344
le termiin.
De heer De Beer (D66) brengt naar voren dat het gaat om een bestemmingsplan voor een zeer
groot gebied met een enorme diversiteit: cultuurhistorische plekken, wonen in een landelijke
omgeving, HSL, A16, A58, bedrijvenlocaties, agrarische bedrijvigheid en heel veel prachtige
natuur. In die zin is het gebied niet te vergelijken met bijvoorbeeld Breda Noord. Daarom is de
vrijheid die de gemeente heeft om bestemmingsplannen te begrenzen ook goed.
In totaal zijn er meer dan 300 zienswijzen ingediend. Er is veel om te doen geweest en dat geldt
ook voor de voorganger van het plan wat werd teruggestuurd door de Raad van State. Het heeft
inmiddels 6 ton gekost om een nieuw plan te maken wat wel Raad van State proof is
Er is een grote kans dat één van de indieners van de zienswijzen opnieuw in beroep gaat. Daarom
heeft de fractie D66 het college gevraagd om een externe juridische toets op het plan. Jammer
genoeg is hiervan geen gebruik gemaakt en daarom maakt de fractie zich zorgen of dit plan wel
stand zal houden bij de Raad van State.
Zijn de bijzondere karakteristieken wel voldoende omschreven? Zijn de unieke kwaliteiten van de
Rith wel voldoende beschreven? Men hoort dit graag van het college.
De onderbouwing van de mogelijkheden tot vestiging van 120 seizoenarbeiders is onvoldoende. Als
iemand in beroep gaat, gaat dit fout. De wijzigingsbevoegdheid geldt nu voor het hele gebied
terwijl ook niet wordt onderbouwd waarom de grens 120 is. Het betreft geen economisch visiestuk
maar een ruimtelijk/planologisch stuk. Aan de aantallen en de locaties dient een landschappelijke
visie ten grondslag te liggen. Deze bepaling moet uit het bestemmingsplan. Men dient hiertoe een
amendement in wat eveneens wordt ondersteund door de fracties Trots/OPA en BOB.
De plaatsvervangend raadsvoorzitter leest vervolgens het amendement voor:
"Besluit het voorliggende ontwerpraadsbesluit 42424, Vaststelling van het Bestemmingsplan Zuid
2013, te wijzigen, als volgt:
Aan besluit punt 2 toe te voegen
In gedachtestreepje "Artikel 3, Agrarisch" toevoegen de tekst: "In lid 3.6 Wijzigingsbevoegdheid lid
g schrappen."
In gedachtestreepje "Artikel 4 Agrarisch met waarden - Landschapswaarden" toevoegen de tekst:
"In lid 4.6 wijzigingsbevoegdheid lid g schrappen."
In gedachtestreepje "Artikel 5 Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden" toevoegen
de tekst "In lid 5.7 wijzigingsbevoegdheid lid d schrappen.".
De heer Ouaars (VVD interrumpeert met de opmerking dat het dictum wat technisch opgesteld is.
Men vraagt of het zo is dat bij instemming hiervan, het zal blijven bij 40 seizoenarbeiders.
De heer De Beer (D66) deelt mede dat de uitbreidingsmogelijkheid hiermee komt te vervallen.
Hij vraagt zich af hoe ondernemers die hun bedrijf hebben ingericht op de diensten van
seizoenarbeiders nu verder moeten. In 2013 is een vrij compleet beleidsstuk over dit onderwerp
vastgesteld: Het projectplan Huisvesting seizoenarbeiders. Hierop zou moeten worden
teruggegrepen. Daarin wordt beschreven wanneer dat in stedelijk gebied moet en welke
mogelijkheden er zijn voor het buitengebied. Ook wordt hierin gesproken over een taak van de
corporaties. Komt dit nog terug in de alliantiebesprekingen? Hoe is het met de genoemde projecten
in het stuk? De fractie vraag een toezegging om aan de slag te gaan met het idee van D66: het
gecombineerd huisvesten van studenten en seizoenarbeiders. De fractie is van mening dat dient te
worden doorgegaan met het vastgestelde beleid en dat niet steeds iets nieuws moet worden
verzonnen.
De fractie is voorstander van investeren in de kwaliteit van het landschap. Men heeft hiertoe de
motie ondertekend die nog zal worden ingediend door de fractie GroenLinks.
De fractie hoopt dat partijen met elkaar rond de tafel zullen gaan om tot oplossingen te komen en
hoopt dat de overheid doet wat wordt beloofd in haar plannen en handhavingsregels.
De heer Lemaire (CDA) deelt mede positief te zijn over het voorliggend bestemmingsplan. Het
vereenvoudigde en meer doelmatige beleid met meer flexibiliteit en met oog voor het milieu en
ruimte voor agrarische ondernemers is winst. Hiervoor geeft men complimenten aan het college.
De fractie memoreert de opmerkingen die men tijdens de commissie Ruimte van 18 november
heeft gemaakt: loslaten van de bovengrens, verhogen maximale verblijfsduur, vergroten bouwvlak
teeltondersteunende voorzieningen en toestemming verwerking producten van derden. Deze
overwegingen misten helaas draagvlak in de raad. Moties zouden derhalve weinig toevoegen. De
fractie steunt het voorliggende bestemmingsplan met de toevoegingen uit de raadsbrief van 28
november.
Rondom het voorstel is maatschappelijke en politieke commotie. Er zijn nog veel vragen rondom
het beleid inzake de huisvesting van seizoenarbeiders alsmede rondom de handhaving.