345
De fractie stelt voor gescheiden te stemmen over bestemmingsplan, huisvesting en handhaving,
hoewel het niet helemaal los van elkaar kan worden gezien.
De fractie refereert aan de oproep van de ZLTO van 27 november dat overlast moet worden
beperkt. Bij overtreding moet worden gehandhaafd. Hiermee zal in januari tijdens de bespreking
van het Programma Handhaving en toezicht in de commissie aan de slag worden gegaan.
Ten aanzien van huisvesting is geen eenduidig beleid. Verschillende documenten spreken elkaar
tegen en dat geeft ruis. Hierover zal duidelijkheid moeten komen. Alle belanghebbenden moeten
daarin een rol hebben. Wellicht wordt dan de wijzigingsbevoegdheid overbodig.
De fractie roept alle fracties op om net als voor het bestemmingsplan Noord voor het huidige
voorstel te stemmen. Daarna kan men samen breed gedragen oplossingen vinden voor huisvesting
en handhaving.
De heer De Beer (D66) vraagt of ook het CDA van mening is dat het vastgestelde beleidskader van
vorig jaar een uitgangspunt zou moeten zijn.
De heer Lemaire (CDA) antwoordt dat er verschillende uitganspunten zijn: onder andere het
bestemmingsplan Noord en de Provinciale verordening. Hij is van mening dat vooral de belangen
van de bewoners in het gebied het uitgangspunt moeten zijn.
De heer Ouaars (VVD) interrumpeert door aan te geven dat het "laten we het nog eens met elkaar
er over hebben" en het vanavond instemmen met een uitbreiding met elkaar in tegenspraak is. Als
nu wordt ingestemd met 120, kan daar later niet meer op worden terug gekomen.
De heer Lemaire (CDA) deelt mede het gelijk te willen trekken met Bestemmingsplan
Buitengebied Noord, dit is passend in vergelijking met andere gemeenten in Brabant en passend
binnen de Provinciale verordening. Er dient gekeken te worden naar oplossingen die voor alle
partijen goed zijn. Het uitgangspunt is dat er geen bovengrens is, hoewel daar inderdaad weinig
draagvlak voor is. Het probleem is verder dat er goede regelingen moeten zijn voor huisvesting van
seizoenarbeiders; nu is er alleen de mogelijkheid van huisvesting op het terrein van de werkgever.
De heer De Beer (D661 merkt op dat in het stuk 120 wel vast staat, niet onderbouwd, maar wel
door de noodzaak van één ondernemer. Heeft het CDA juridisch onderzocht of dit haalbaar is en
kan de ondernemer aan de slag wanneer hiermee wordt ingestemd? Wanneer het vatbaar is voor
beroep, is het symboliek.
De heer Lemaire (CDA) deelt mede dat dit niet juridisch getoetst is. Zowel het getal 160 als 40 is
kunstmatig. De ervaring met Bestemmingsplan Buitengebied Noord en ook bij gemeenten in Oost
Brabant leert dat het zo'n vaart niet loopt. Het gaat om een eerlijk beleid voor alle ondernemers
met dezelfde rechten en plichten.
De heer De Beer (D66) blijft van mening dat dit niet Raad van State proof is. Hij merkt tevens op
dat het bij bestemmingsplan Noord ook niet zeker is of het goed zal gaan.
De heer Van der Velde (PvdA) deelt mede het plan evenwichtig te vinden. Het sluit goed aan bij
het bestemmingsplan Buitengebied Noord en doet recht aan ieders belangen. Op zienswijzen is
adequaat gereageerd. De fractie dankt de wethouder voor de nadere informatie.
De fractie staat verder stil bij 2 kwesties.
Met betrekking tot de verlichting van de hockeyvelden van Zwart Wit is de fractie van mening dat
het bestemmingsplan op dit punt geen aanpassing behoeft.
Bij de huisvesting van seizoenarbeiders gaat het om de belangen van ondernemers, omwonenden,
seizoenarbeiders en de natuur. Structuurvisie, woonvisie en de bestemmingsplannen voor Noord en
Zuid zijn niet eenduidig. Voor de huisvesting kan vanaf 1 november bovendien een beroep worden
gedaan op de BOR. Er moet gekomen worden tot een meer afgewogen beleid.
De fractie heeft een motie opgesteld samen met de fracties Breda'97 en Groen Links.
De plaatsvervanoend raadsvoorzitter leest vervolgens de motie voor.
"Draagt het college op om voor de huisvesting van seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw samen
met verschillende belangengroepen zoals ZLTO, woningbouwverenigingen, inwoners en andere
belanghebbenden, een passend beleidskader te formuleren voor heel Breda en vervolgens een
paraplubestemmingsplan Huisvesting Seizoenarbeiders voor te leggen. In het beoogde
beleidskader wordt inzichtelijk gemaakt wat de behoeftes zijn en aan welke randvoorwaarden
(leefbaarheid, woonkwaliteit, geluid, bereikbaarheid, handhaving etc.) moet worden voldaan om te
komen tot huisvesting van seizoenarbeiders."
De heer Van der Velde (PvdA) deelt voorts mede dat de vaststelling van het bestemmingsplan
niet kan wachten tot er nieuw beleid is. De fractie vindt de formulering van de
wijzigingsbevoegdheid op dit moment te onevenwichtig. Daarom wil men een herformulering. De
fractie stelt in een amendement voor de betreffende bepaling te schrappen in afwachting van een
herformulering.