2
I. Opening en mededelingen van de voorzitter.
De plaatsvervangend raadsvoorzitter opent de vergadering en heet alle aanwezigen alsmede
de kijkers via internet, hartelijk welkom bij de laatste raadsvergadering van 2014.
II. Mededelingen.
Er is bericht van verhindering van de heer Van der Horst van de fractie BOB.
Voorts maakt de plaatsvervangend raadsvoorzitter melding van de brief van de burgemeester
die is ontvangen en gericht aan alle raadsleden waarin hij zijn dank uitspreekt voor de wijze
waarop afscheid is genomen van hem. De brief ligt ter inzage bij de griffie en zal alsnog naar
iedereen worden verzonden.
III. Vaststellen van de agenda.
De plaatsvervangend raadsvoorzitter deelt mede dat er 3 vragen zijn voor het actualiteitenuur.
Er is een volle raadsagenda omdat de punten nog dit jaar moeten worden behandeld.
Een flink aantal punten kunnen ook geplaatst worden op de lijst van verzamelde punten die nu
bestaat uit de punten a tot en met j.
In de commissie Bestuur van 17 december is besloten dat het aldaar behandelde agendapunt 4 De
eerste wijziging van de APV Breda 2014 op de agenda van de gemeenteraadsvergadering van 15
januari zal worden geplaatst.
De raad stemt desgevraagd in met de voorliggende, geactualiseerde agenda.
De plaatsvervangend raadsvoorzitter deelt tot slot mede dat wanneer de agenda niet zal zijn
doorlopen om 23.00 uur, de vergadering zal worden voortgezet op maandag 22 december.
IV. Actualiteitenuur.
De plaatsvervangend raadsvoorzitter deelt mede dat er 3 vragen zijn gesteld aan het college
en legt kort de procedure uit.
De fractie GroenLinks stekt vragen over bed, bad en brood voor uitgeprocedeerde asielzoekers.
De fractie D66 stelt vragen over de 380KV hoogspanningsleidingen.
De fractie Trots/OPA stelt vragen over de informatieverstrekking van wethouder Van Lunteren.
Bed, bad en brood voor uitgeprocedeerde asielzoekers.
Mevrouw Tecklenburg (GroenLinks) stelt vast dat naar aanleiding van de uitspraak van de
voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2014 de gemeente
Amsterdam direct noodopvang moet gaan regelen voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Dat heeft
tot gevolg dat ook alle andere gemeenten dat moeten doen. De experts van de United Nations
hebben op 16 december opgeroepen om de gemeenten hiertoe te faciliteren. Het verblijf op straat
is voor deze mensen geboren uit nood. Zij hebben recht op toegang tot noodopvang. Op eerder
gestelde artikel 41 vragen van GroenLinks blijkt dat er in Breda ook mensen zijn die geen toegang
hebben tot de basisvoorzieningen. Gezien bovenstaande vindt de fractie dat de gemeente Breda
verantwoordelijkheid moet nemen en voor een basisvoorziening moet zorgen. De fractie hanteert
wel het uitgangspunt dat uitgeprocedeerden in Nederland geen toekomst hebben.
De groep uitgeprocedeerde asielzoekers is in Breda groter dan men denkt te weten; 15 mensen
leven op straat volgens de Stichting Vluchtelingenwerk.
Herkent het college deze problematiek? Kan het college aangeven hoe het in de gemeente Breda in
samenwerking met de partners die zich met deze doelgroep bezig houden, direct een voorziening
kan treffen waar zij kunnen worden begeleid naar een duurzame terugkeer naar het land van
herkomst? Wil het college in samenwerking met de betreffende partners nog eens goed kijken naar
de praktijk van de situatie van de dak- en thuislozen in Breda met de bedoeling deze verder te
verbeteren?
Reactie van het college.
Wethouder van Lunteren deelt mede dat het college de situatie erkent en ziet dat mensen
tussen wal en schip vallen. Het college staat in principe positief tegenover een dergelijke
voorziening in Breda. Wel is men van mening dat ook medewerken aan terugkeer naar het land
van herkomst aan de orde moet blijven. De wethouder zegt toe te willen werken aan het opzetten
van een dergelijke voorziening maar wel op een zorgvuldige manier samen met de organisaties die
er al zijn voor de verschillende doelgroepen.
Mevrouw Tecklenburg (GroenLinks) benadrukt dat inderdaad theoretisch de zaken wel
geregeld zijn maar dat in de praktijk sommige mensen tussen wal en schip vallen. Daarvoor is dit
pleidooi. Vervolgens vraagt men of er voor de winter nog iets geregeld kan worden.