3
De heer Uijl (SP) vraagt of de wethouder in samenspraak met de raad wil nagaan welk beleid
hierop kan worden uitgezet.
De heer Aartsen (VVD) merkt op dat mensen in schrijnende gevallen alsmede kinderen nu al
opvang krijgen. Belooft het college nu weer een aparte voorziening?
Mevrouw Van Hemel (D66) wil weten hoeveel mensen tussen wal en schip vallen. Men wil graag
een bevestiging van de wethouder dat hij in januari hiermee terug komt na een zorgvuldig proces.
Mevrouw Bijlsma (PvdA) vindt het belangrijk dat er goed wordt gekeken naar de groep van 15
personen die tussen wal en schip valt. Men denkt wel dat een besluit in januari erg snel is denkend
aan het feit dat het samen met andere partijen zorgvuldig moet worden opgepakt.
Mevrouw Groeneweg (CDA) ziet graag een onderscheid tussen de groep waarvoor de gemeente
in het kader van de recente uitspraak verplichtingen heeft en de andere groep mensen die tussen
wal en schip valt.
Mevrouw De Heer (Trots/OPA) vraagt of hiervoor wel een locatie beschikbaar is. In welke
richting wordt gedacht?
Wethouder Van Lunteren constateert dat er fracties zijn die de oplossing zo snel mogelijk willen
en fracties die ook zorgvuldigheid willen. Hij is voorstander van beide, in samenspraak met eerst
de partners en daarna de raad. Hij zegt toe zijn best te zullen doen om in januari met zoveel
mogelijk informatie bij de raad te komen. Ook kan dit een plek krijgen in de op te stellen
beleidsvisie Kwetsbare Groepen.
Mevrouw Tecklenburg (GroenLinks) vindt de toezeggingen van de wethouder voldoende. Een
directe opvang is nu noodzakelijk en daarnaast zorgvuldig nalopen hoe de opvang feitelijk geregeld
is c.q. gerealiseerd kan worden voor de doelgroep. Men laat de motie achterwege.
De plaatsvervangend raadsvoorzitter geeft vervolgens het woord aan de fractie D66.
380 KV Hooaspanninasleidinaen.
De heer Toeset (D66) stelt vast dat het nu gekozen voorkeurstracé gaat door de 4e Bergboezem,
het Haagse Beemdenbos, langs de Spinolaschans en landschapspark de Open Liniën. Daarna wordt
het landgoed Oosterheide doorsneden. Er wordt rekening mee gehouden dat de magneetvelden
van hoogspanningsleidingen niet goed zijn voor de gezondheid, zeker voor kinderen. Vandaar dat
er afstand wordt gehouden tot bebouwing. Het is opvallend dat het college aanvankelijk mild
reageert op het gewijzigde tracé. Er is ook sprake van quick win omdat de kosten van sloop van
het tracé Etten Leur en Haagse Beemden nu door het rijk worden betaald. Bovendien zijn mensen
in de buurt van dat tracé opgelucht.
In Oosterhout, Etten Leur en Halderberge is anders gereageerd. Het is noodzakelijk om samen op
te trekken ook al verschillen de belangen. In de onderhandelingen met het rijk dient de regio
onverdeeld te zijn.
De fractie is blij met het feit dat de wethouder bij TenneT heeft aangedrongen om een alternatief
tracé te onderzoeken. Dit dient echter wel nauwlettend te worden gevolgd.
Vindt het college ook dat met dit tracé waardevolle gebieden voor natuur en recreatie, waarvan
een deel behoort tot de EHS, deze functie dreigen te verliezen? Vindt het college ook dat dit in
strijd is met de Structuurvisie Breda 2030 en het provinciale beleid m.b.t. EHS? Hoe moet de
weerstand van de inwoners van Breda vertaald worden in de communicatie met TenneT? Moet het
college een nee laten horen? Vindt het college dat met de gemeenten in de regio, de
natuurorganisaties en de provincie tot een gezamenlijk gedragen voorstel voor optimalisatie van
het tracé moet worden gekomen?
Reactie van het college.
Wethouder Akinci deelt mede vragen 1, 2 en 5 met ja te kunnen beantwoorden. Het is wel zo dat
het niet alleen een quick win situatie is omdat er ook negatieve kanten aan zitten. Dat is inderdaad
in strijd met genoemde structuurvisie en provinciaal beleid.
Met betrekking tot de laatste vraag deelt de wethouder mede dat dit bij voorkeur wel het geval
moet zijn. Dat is ook de bestuurlijke inzet. Er vindt hierover al druk overleg plaats.
De wethouder vindt de vraag of het college duidelijk nee moet zeggen tegen het voorliggende
tracé, cruciaal. Hij vestigt de aandacht op het feit dat hij niet alleen wethouder van Breda is maar
ook van Breda als centrumgemeente. Er zijn gemeenten die blij zijn met dit tracé maar er zijn ook
