4
De plaatsvervangend raadsvoorzitter deelt mede dat de raad wordt gevraagd om het
beleidskader en uitvoeringsplan vast te stellen.
Mevrouw Vermeer (VVD) deelt mede dat een van de kansen van de Participatiewet de verplichte
tegenprestatie is. Deze zorgt voor bevestiging van de solidariteit en draagvlak onder de bevolking.
De fractie is van mening dat het college hier kansen laat liggen.
De fractie dient hiertoe een motie in.
De plaatsvervangend raadsvoorzitter leest de motie Draagvlak voor uitkeringen voor:
Draagt het college op per ommegaande alsnog via haar beleid in te zetten op het opdragen van de
verplichte tegenprestatie en daarop toezien en handhaven voor de generieke groep van
uitkeringsgerechtigden onder de Participatiewet.
Mevrouw Vermeer (VVD) geeft aan dat er niet alleen kansen maar ook risico's zijn rondom de
Participatiewet. Er is geen sluitende meerjarenbegroting en evenmin een integraal financieel plan
van aanpak voor de Participatiewet waaronder ook Atea.
In de begroting staat het plan voor Atea alleen voor het le kwartaal. Dat is niet voldoende. Er is
een krap budget en dan moet men keuzes durven maken. De groep met loonkostensubsidie
beperken en dure voorzieningen voor de beschutte werksfeer is in tegenspraak met elkaar. Deze
structurele verplichting wordt bovendien gefinancierd met incidenteel geld.
Een integraal plan van aanpak voor de financieel duurzame uitvoering van de Participatiewet
binnen het rijksbudget voor alle doelgroepen, en niet voor bijvoorbeeld alleen Atea, is noodzakelijk
om de doelstelling om zoveel mogelijk mensen aan het werk te hebben, te kunnen halen. Dat plan
moet er dit kwartaal komen.
De fractie dient een motie in: Participatiewet duurzaam financieel op orde. De motie wordt ook
ingediend namens de fractie D66.
De plaatsvervangend raadsvoorzitter leest de motie voor:
Draagt het college op een integraal plan van aanpak voor de financieel duurzame uitvoering van de
Participatiewet binnen het rijksbudget voor alle doelgroepen te maken om haar doelstelling van
'zoveel mogelijk mensen aan het werk' ook daadwerkelijk te kunnen halen, waarbinnen ook een
plan van aanpak voor Atea valt.
Het beleid omtrent de Participatiewet, zoals dat in deze vergadering voorligt, mee terug te nemen
en samen met het integrale plan van aanpak voor een financieel duurzame uitvoering van de
Participatiewet als geheel, de raad te doen toekomen in het eerste kwartaal van 2015.
De Heer Nouhi (BOB! brengt naar voren dat handhaving van de verplichte tegenprestatie en de
kosten daarvan niet terugkomen in de betreffende motie. De fractie constateert ook dat de
landelijke WD een meer activerend beleid voert inzake de Participatiewet in plaats van een
repressief beleid zoals dit bij de Bredase WD het geval is.
Mevrouw Vermeer (VVD) bestrijdt dat het gaat om repressief beleid. Het gaat erom dat het
mooi is om iets terug te kunnen doen.
De fractie WD zou liever ook geen handhavingskosten zien. Het gaat er vooral om dat het
wenselijk wordt gevonden dat mensen iets terug doen. Overigens is dit ook ter invulling van het
Maatregelenbeleid wat al vast ligt.
Mevrouw Groenewea fCDAl vraagt waarom de fractie WD deze tegenprestatie alleen verwacht van
mensen met een uitkering en niet van iedereen.
Mevrouw Vermeer (VVD) antwoordt dat het nu alleen gaat om de mensen die onder de
Participatiewet vallen.
Mevrouw De Heer (Trots/OPA) deelt mede het woordje zinvol voor het woordje tegenprestatie te
willen zetten.
Mevrouw Vermeer (VVD) deelt mede dat dit mogelijk is. Het gaat erom net dat beetje extra te
doen wat anders niet gedaan wordt.
Mevrouw De Heer (Trots/OPA) refereert aan de brief van de wethouder, waarin hij een bepaalde
groep bedoelt, en vraagt aan mevrouw Vermeer wat de fractie WD hiervan vindt.
Mevrouw Vermeer (VVD) antwoordt van mening te zijn dat de tegenprestatie van iedereen
gevraagd mag worden en niet alleen van een gemotiveerde groep.
Mevrouw Groeneweg (CDA) begint haar betoog met aan te geven dat het voor iedereen
belangrijk is om gewaardeerd te worden. Bijna iedereen is er trots op als hij zijn eigen boterham
kan verdienen. Daarom staat de fractie volledig achter de gedachte van de Participatiewet:
iedereen werkt naar vermogen en als dat niet lukt is een zinvolle dagbesteding het beste
alternatief. In Breda wordt, hoewel dat wettelijk niet verplicht is, hierbij ook gekeken naar de