6
Volgens D66 is werk de manier om te participeren. De fractie is blij met de insteek om meer naar
motivatie dan naar kans op de arbeidsmarkt te kijken. De fractie is tevreden met de eerste
verbindingen tussen participatie en WMO en gaat uit van verdere invulling.
De fractie maakt zich zorgen over het met de mond belijden van een geïntegreerde aanpak maar in
de uitwerking een aanpak per doelgroep zien.
D66 vindt de tegenprestatie in de huidige vorm slechts zeer matig toepasbaar en zal dit goed
volgen en eventueel met aanvullende voorstellen komen. Men oppert het idee om mensen met een
uitkering in te zetten op de stembureaus.
Inzake het participatiebeleid is Atea eigenlijk de enige speler op het veld. Daar zou een tweede
partij aan moeten worden toegevoegd omdat er dan eventueel vanuit een andere insteek zou
kunnen worden gewerkt.
De fractie noemt de geformuleerde doelstellingen goed en gaat er van uit dat het college de raad
zal informeren over de voortgang. Genoemde cijfers zijn van groot belang vooral omdat er zorgen
zijn over de betaalbaarheid.
Het integrale plan van aanpak voor Atea komt pas bij de Voorjaarsnota. Dat is een gemiste kans.
De keuze die is gemaakt voor beschut werken 2015 soupeert de reserve van Atea op. Deze zal
echter hard nodig zijn voor de afbouw van de WSW subsidie. Het beleid leidt tot grote structurele
uitgaven voor een kleine groep waardoor de eigen doelstelling van zoveel mogelijk mensen aan het
werk niet zal worden gehaald. Daarom heeft de fractie ook mede met de VVD de zojuist
ingebrachte motie ingebracht.
Desgevraagd door mevrouw Groeneweq (CDAÏ of de fractie dan geen beschutte werkplekken wil
creëren, antwoordt mevrouw De Bie (D66) bevestigend. Er moet gekeken worden in het brede
veld van het sociale domein. Er dient ook gekeken te worden hoe een en ander financieel
deugdelijk kan worden gerealiseerd.
De fractie vraagt om een integraal plan van aanpak waarbij financieel duurzame uitvoering van de
Participatiewet een onderdeel is omdat men de doelstelling van zoveel mogelijk mensen aan het
werk echt wil gaan halen.
De heer Nouhi (BOB! vraagt of D56 voor of tegen de tegenprestatie is.
Mevrouw De Bie (D66) is van mening dat er op zoek moet worden gegaan naar mogelijkheden
maar dat de regeling zoals die er nu ligt niet werkbaar is.
Mevrouw De Heer (Trots/OPA) vraagt zich af of er genoeg werk is. De fractie sluit zich wat
betreft doelgroepenbeleid aan bij datgene wat de fractie SP hierover heeft gezegd. De fractie wijst
nogmaals op de term zinvol werk. De fractie vindt het jammer dat het rapport van Atea pas later
komt. De fractie vraagt aan de wethouder om aandacht te besteden aan de bureaucratie bij Atea.
De fractie vraagt of de mensen in het werkveld hun werk goed kunnen blijven doen en niet te veel
belast worden met monitoring.
De heer Nouhi (BOB) heeft niets toe te voegen aan de inbreng tijdens de commissievergadering.
Men wacht de reactie van het college af inzake de moties van de WD.
Reactie van het college
Wethouder Bergkamp dankt voor de brede steun.
Hij noemt de discussie rond de tegenprestatie een semantische discussie. In het kader van de
regeling is het een precies beschreven instrument van de wet. Het uitgangspunt dat iedereen iets
kan en iets doet, wordt door het college gedeeld. Vandaaruit wordt zoveel mogelijk gekeken naar
talenten van mensen. Dat wordt vertaald in een benadering. Voor de overigens kleine groep die
zich hieraan onttrekt zijn andere instrumenten beschikbaar. Als instrument tegenprestatie wordt
gekozen voor vrijwilligheid en gemotiveerdheid maar er is wel een sluitende aanpak van
instrumenten.
Met betrekking tot Atea en het hele sociale kader alsmede de betreffende motie, citeert de
wethouder uit de uitvoeringskaders op pagina 46 die ook in zijn brief van 12 januari staat: wij gaan
er aan werken, uiterlijk na de voorjaarsnota aan te bieden, een sluitend meerjarenperspectief
participatie. Uitgangspunt is een sluitende begroting. Het gaat om een meerjarenraming van de
totale besteding participatie.
De keuze om hier niet op te wachten is een bewuste. Structurele kosten moeten inderdaad worden
afgedicht met structurele inkomsten. Als het nodig is moet hierop een uitzondering kunnen worden
gemaakt. Het college vindt dat het instrument beschut werken niet kan wachten op de toekomstige
discussie en keuze. Dat betekent ook een zwaardere opgave. Daarom zal het college de motie
inzake Participatiewet duurzaam financieel op orde niet aan de orde vinden.
Gezien voorgaande toelichting acht het college de motie Draagvlak voor uitkeringen overbodig.