20 gekeken worden naar de inhoud van het museum voor de huisvesting? De fractie acht het niet wenselijk dat de gemeente de frictiekosten betaalt. De fractie vindt de samenstelling van de werkgroep niet onafhankelijk genoeg en vindt het onwenselijk dat MOTI als enige het instemmingsrecht heeft. De heer Elbertse (CDA) merkt op dat in het amendement wordt aangegeven dat de heer Wagemakers gebruik maakt van de werkgroep bij het opstellen van de visie maar tegelijkertijd aangeeft dat de werkgroep niet goed is samengesteld. De heer Aartsen (VVD) deelt mede het liefst een onafhankelijke werkgroep te zien zonder belangen van Bredaas Museum of MOTI. Daar was echter geen raadsmeerderheid voor. De heer Sips (PvdA! merkt op dat het startdocument snelheid uitademt door zaken tegelijk te doen, weliswaar onder voorwaarden inzake de besluitvorming. Wil de fractie VVD voortgang? De heer Aartsen (VVD) deelt mede voor vooruitgang te zijn maar niet onder beperkende voorwaarden. De plaatsvervangend voorzitter constateert dat men het eens is met elkaar maar dat er verschil van mening is over wat er in het startdocument staat. Mevrouw Nuiien (D661 wijst er op dat in het startdocument voor het documentaal museaal concept een periode van maart 2015 tot en mei 2015 wordt genoemd en voor organisatie, huisvesting en financiën een periode van maart 2015 tot en met juli 2015. Daar zit een overlap van een aantal maanden in. De plaatsvervangend raadsvoorzitter vat samen dat de fractie VVD meent dat in het startdocument de randvoorwaarden worden aangegeven en dat andere fracties, waaronder het CDA, van mening zijn dat dit niet zo is. Wellicht kan de wethouder hier straks op ingaan. De heer Sips (PvdA! voegt hieraan toe dat het niet gaat om randvoorwaarden maar om uitgangspunten. De plaatsvervangend raadsvoorzitter stelt vervolgens voor dat de wethouder op dit moment hierop een toelichting geeft omdat de fracties dan wellicht over hetzelfde zullen spreken. De heer Aartsen (VVD) maakt hiertegen bezwaar. Desondanks vraagt de plaatsvervangend raadsvoorzitter aan wethouder Akinci of deze in één minuut kan uitleggen wat er in het startdocument staat. Zijn de huisvesting, de frictiekosten, de financiën randvoorwaardelijk of niet? Wethouder Akinci deelt mede dat in het dictum van het concept raadsbesluit, zoals dat is voorgelegd (43187), staat wat de raad zou besluiten op het moment dat hiermee akkoord wordt gegaan, namelijk het van start gaan met het proces om te komen tot een nieuw museaal concept. Daaronder liggen ook vraagstukken over huisvesting, organisatie en financiën. Daar zit een volgtijdelijkheid in, ook in de omslag. Dat is zojuist goed benoemd door de heer Sips (PvdA). Onderlegger voor het proces zijn een aantal elementen die de afgelopen tijd al zijn uitgewerkt, namelijk het startdocument waarin 2 musea al een aantal zaken hebben gezegd. Dat is een onderlegger en niet een uitgangspunt van een besluit wat de raad op dit moment neemt. En een andere belangrijke onderlegger, - en dat staat er expliciet in -, is het debat in de commissie Maatschappij. De wethouder is van mening dat die zaken die daar gezegd zijn, ook echt van belang zijn om mee te nemen in het vervolgproces. De plaatsvervangend raadsvoorzitter vraagt of wanneer de raad besluit dit aan te nemen, zij dan ook besluit over de organisatie, frictiekosten en huisvesting. Wethouder Akinci deelt mede dat dit niet het geval is omdat het startdocument niet als zodanig wordt vastgesteld maar meegegeven wordt als onderlegger. Mevrouw Tecklenburg (GL) deelt mede dat de fractie zich kan vinden in het voorgestelde proces. De urgentie om te starten met "het verhaal" is groot. Daarna kunnen de volgende stappen genomen worden. Minstens één aantrekkelijk museum is een must voor Breda. De regionale en (inter)nationale aantrekkelijkheid moet nadrukkelijk worden meegenomen. Alleen dan kan het museum selfsupporting worden. Tijdens de vragen in de commissievergadering heeft de wethouder met zijn antwoorden de fractie overtuigd van de juistheid van de voorgestelde aanpak. De museale visie zal leidend zijn en hierop zullen financiën, huisvesting en organisatie worden ingericht hoewel een en ander niet helemaal los van elkaar kan worden gezien. De rol van de heer Wagemakers is helder beschreven. De te doorlopen fasen zijn: museaal concept, randvoorwaarden en uitvoering en tussentijds zullen de mijlpalen aan de raad worden voorgelegd. De fractie hoopt dat er na vandaag stappen gezet kunnen worden. De heer Sips (PvdA) dankt de wethouder voor de aanpassingen in het raadsvoorstel naar aanleiding van de opmerkingen in de raadscommissie. De inhoud van het raadsvoorstel spreekt de fractie aan. Nu startdocument en raadsvoorstel voor liggen, heeft men het amendement "Ton is de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2015 | | pagina 6