21 baas" samen met andere fracties ingediend. Dat zet de verantwoordelijkheden en afspraken op een rij. De fractie heeft de volgende vragen aan de wethouder. Het raadsvoorstel gaat uit van subsidie op het huidige niveau. Wordt er in het te besteden budget rekening gehouden met de besparing op de huisvestingskosten? De fractie vraagt aandacht voor zowel dit proces als voor de herijking van factor C. Wie is verantwoordelijk voor de afstemming hiervan? Wordt het tijdspad van de herijking van factor C aangepast aan het vermelde in dit startdocument? De heer Aartsen (WDf vraagt of het zo is dat wanneer het amendement "Ton is de baas" zou worden aangenomen, de uitspraken over het gelijk blijven van de subsidie overeind blijven. De heer Sips (PvdA) wijst op de vragen die hij gesteld heeft aan het college. Hij wil eerst de antwoorden afwachten. Desgevraagd door de heer Aartsen (VVD) of de PvdA zal instemmen met het voorstel wanneer de subsidie gelijk blijft, antwoordt de heer Sips (PvdA) hetzelfde. De heer Elbertse (CDA) memoreert dat de fractie VVD heeft aangegeven dat al heel lang wordt gesproken over een nieuw volwaardig Bredaas museum. Om te laten zien dat de gemeente Breda hier al heel lang mee bezig is en er niets nieuws onder de zon is, toont hij een krant uit 1930 met het artikel: "Heeft Breda een waardig Stedelijk Museum? Er wordt geconcludeerd dat het beter kan en dat Breda in ieder geval de toets met andere gelijkwaardige steden zeker niet doorstaat. Fractie Breda'97 vraagt of het de bedoeling is dat de raad zich afvraagt wat het haar waard is om een nieuw museum in te richten. Hierop antwoordt de heer Elbertse (CDA) dat het tonen van dit artikel alleen tot doel heeft om aan te geven dat het eindelijk tijd wordt dat Breda serieus werk maakt van een museum dat de stad waardig is. Hij memoreert dat de raadscommissie moeite had met de sterke vertegenwoordiging van MOTI. De fractie CDA zou graag aanpassingen op dit gebied hebben gezien in het startdocument. De heer Aartsen fVyDI stelt vast het met de fractie CDA te delen dat er een werkgroep moet zijn met betrokkenheid maar niet met belangen. De heer Elbertse (CDA) antwoordt dat de fractie daarom ook mede het amendement heeft ingediend. De heer Aartsen (VVD1 benadrukt dat het alleen de gemeenteraad is die de opdracht met voorwaarden van onafhankelijkheid aan de heer Wagemakers kan verstrekken. De heer Elbertse (CDA) deelt mede dat voor de fractie de heer Wagemakers een onafhankelijk deskundige is. De heer Aartsen (VVD) vraagt wat het verschil is tussen de externe deskundigen in schil 2 en in schil 3. De heer Elbertse (CDA) wijst nogmaals op het amendement waarin men ook deze zaken goed geregeld wil zien. De werkgroep heeft een 2e en 3e schil gekenmerkt deze is overgenomen in het amendement. Hij voegt hieraan toe dat de heer Wagemakers deskundig is en dat die de vrijheid dient te hebben om overal informatie in te winnen. De fractie vindt de onafhankelijkheid zoals beschreven in het gewijzigd raadsvoorstel en het startdocument onvoldoende. De fractie vindt dat de onafhankelijkheid van de heer Wagemakers in de opdracht aan hem wordt opgenomen en geborgd. De heer Van der Horst (BOB) deelt mede het belangrijk te vinden om de heer Wagemakers te steunen. De fractie zal het proces goed gaan volgen en ziet de heer Wagemakers als degene die hierop dient te worden aangesproken. Het Bredase museum heeft draagvlak bij de bevolking. BOB is voor één groot museum Elk voorstel wat er gaat komen om het Bredaas museum vooruit te helpen, zal door de fractie worden gesteund. Ook al zou dat hetzelfde kosten dan nu het geval is, dan is het toch belangrijk, zeker ook voor het ondernemersklimaat. De heer Vuijk (Breda'97) is van mening dat de raad zich moet afvragen wat het waard is om een goed bovenregionaal museum weg te zetten. Hij is van mening dat dit raadsvoorstel meer de sfeer ademt van verkenning en opmaat naar de museale richting met een toegevoegde waarde. Daarom staat de fractie ook achter de geamendeerde tekst. De fractie dankt de wethouder voor het aangepaste raadsvoorstel die recht doet aan de inbreng in de commissievergadering. De fractie is van mening dat het goed is om de randvoorwaarden later te bespreken. Dat geldt voor de financiën maar bijvoorbeeld ook voor het governance model.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2015 | | pagina 7