56
aanbevelingen, waarbij rekening wordt gehouden met de hierover gevoerde discussie in de
raadscommissie Bestuur van 19 maart 2015.
le termijn.
De heer Vuijk (Breda'97) deelt mede dat er een duale discussie heeft plaatsgevonden tijdens de
commissie Bestuur en er een redelijke consensus was om het op deze wijze te doen. De fractie kan
zich dan ook vinden in het voorstel.
De heer Rutten (CDA) deelt mede dat goede regionale samenwerking zowel op
bestuurdersniveau als op het niveau van de gemeenteraden belangrijk is. De fractie refereert aan
de vergadering die op 30 maart heeft plaatsgevonden met alle raden uit de regio, op zoek naar
(nieuwe) manieren om meer grip te krijgen op de regionaal verbonden partijen en de voorstellen
die hieruit gekomen zijn. De op 1 januari gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen kan ook
een hulp zijn in de goede richting. Echter, alle hulp is welkom, van burgemeester, wethouders en
griffiers. Men roept op om samen de sprong te wagen, te beginnen met de Nota Verbonden
partijen die er aan gaat komen. De fractie roept op tot een regionale nota met heldere werkbare
afspraken.
Er zijn ook andere verbonden partijen, niet regionaal maar waar de gemeente geheel of
gedeeltelijk eigenaar is. Differentiatie in de aanpak is dus aan de orde. Daarom is het raadsbesluit
ook aangepast.
De fractie kan zich vinden in het voorstel.
De heer Ernst (VVD) deelt mede dat de fractie ook geen voorstander was van het één op één
overnemen van de aanbevelingen. Sommige aanbevelingen waren abstract, andere uitvoerend en
de verbonden partijen vereisten een gedifferentieerde aanpak.
De fractie benadrukt dat het bovendien aan de raad is om eventueel iets te doen met de resultaten
van de onderzoeken van de Rekenkamer. De fractie is er dan ook voorstander van dat de raad in
ieder geval zelf een voorstel maakt over wat te doen met de aanbevelingen.
De fractie vraagt aandacht voor een punt wat niet vermeld is in het rapport, namelijk houding en
gedrag.
De fractie kan zich vinden in het voorstel.
De heer Maes (SP) brengt naar voren dat er een democratisch oncontroleerbare tussenlaag is
ontstaan. De raad heeft onvoldoende zicht en grip op het grote aantal verbonden partijen wat zeer
verschillend is. De SP omarmt de aanbevelingen van de Rekenkamer en kan zich vinden in het
gewijzigde voorstel wat er nu ligt.
De fractie wil 3 punten ter overweging meegeven.
- De Nota Verbonden partijen moet tot stand komen met de andere belanghebbende partijen. Niet
iedere gemeente moet apart het wiel uit gaan vinden.
- De raad stuurt op hoofdlijnen maar voor de uitwerking dient zo veel mogelijk gebruik te kunnen
worden gemaakt van ambtelijke ondersteuning.
- De inhoudelijke discussie over nut en noodzaak van afzonderlijke verbonden partijen dient plaats
te vinden in het openbaar, bij voorkeur in de commissie Bestuur.
Tot slot deelt de fractie mede dat het zeer belangrijk is dat de raad grip krijgt op datgene waar
men ook verantwoordelijk voor is.
Mevrouw De Heer (Trots/OPA) kan zich aansluiten bij de vorige sprekers. De fractie is van
mening dat de raad te weinig inzicht heeft in deze materie. De fractie geeft graag aan de
werkgroep het verhaal mee maar wil wel graag dat er meer met andere gemeenten gesproken
wordt. De fractie kan zich vinden in het voorstel.
De heer Van der Velde (Partij van de Arbeid) vindt zowel de relatie met de verbonden partijen
als het democratisch functioneren van gemeenschappelijke regelingen belangrijk. Hierbij dienen
risico's, belangen, doelstellingen, duidelijk te zijn. De raad moet ook kunnen sturen en bijsturen.
Voor al deze zaken is meer aandacht nodig.
De fractie stelt vast dat het voorstel nu is om de aanbevelingen niet één op één over te nemen
omdat de verbonden partijen zeer verschillend zijn. Het is goed om de werkgroep Regio een
voorstel te vragen voor de verdere gang van zaken.
De fractie wil de volgende extra suggestie aan de werkgroep doen.
Hoe maak je een nota over partijen die grote verschillen hebben? Daarbij gaat het niet om wat
deze gemeen hebben maar om van elke partij te weten waar deze voor staat, wie er over gaat, wat
de risico's zijn, hoe vaak er beslissingen moeten worden genomen, en hoe er gerapporteerd moet
worden e.d. Hierbij dienen dan niet alleen de partijen uit het rapport van de Rekenkamer te
worden beschreven maar bijvoorbeeld ook de Nieuwe Veste.