66
De voorzitter geeft vervolgens het woord aan de fractie D66 die vragen wil stellen over de
handhaving in het buitengebied en meer speciaal omtrent de correspondentie daaromtrent.
De heer De Beer (D66) deelt mede dat kort voor de laatste vergadering van de raadscommissie
bestuur de betreffende brief hem heeft bereikt waarin het college zich verschuilt achter de indiener
van een handhavingsverzoek bij het innen van een dwangsom. Recent contact met indiener heeft
geleerd dat de gemeente deze miskleun nog niet heeft rechtgezet.
De fractie schetst vervolgens de gelopen procedure. De dwangsom zou gewoon geïnd hebben
moeten zijn. De rol van de verzoeker is dan al lang niet meer noodzakelijk voor de handhaving.
Deze casus loopt al vanaf begin 2014 maar heeft geen urgentie gekregen. Wanneer regels worden
overtreden, dient er te worden gehandhaafd. De gemeente moet ook niet zelf uitkiezen waar wel
en waar geen dwangsommen zullen worden geïnd. De naam van de betreffende buren is
uiteindelijk in de brief beland. Het ene juridische leerstuk geeft aan dat dit normaal is maar er zijn
ook meerdere gemeenten die dat niet doen en pas kenbaar maken wie een handhavingsverzoek
heeft ingediend wanneer er in beroep wordt gegaan. De gemeente moet haar publiekrechtelijke
taak oppakken en zich niet achter anderen verschuilen.
De fractie stelt de volgende vragen aan het college.
1. Bent u bereid om alsnog excuses aan te bieden aan de bewoners van de Rithsestraat 306 voor
de wijze waarop u met handhavingsverzoeken bent omgesprongen de afgelopen periode?
2. Bent u bereid om specifiek voor het verschuilen achter deze mensen bij lopende
handhavingstrajecten excuses aan te bieden?
3. Op welke wijze gaat u uw eerdere belofte alsnog nakomen dat u uw rol gaat oppakken in het
buitengebied met name in de Rith om mensen te verbinden en bij elkaar te brengen?
4. Gaat u in de toekomst staan voor de rechtszekerheid van mensen in het buitengebied door te
gaan handhaven op illegale situaties?
5. Gaat u in de toekomst nalaten om u op deze manier te verschuilen achter een indiener van een
handhavingsverzoek om gewoon vlotjes na het aflopen van de dwangsomtermijn over te gaan tot
innen?
Reactie van het college.
Wethouder Bergkamp deelt mede dat de context bij deze casus belangrijk is. Bij deze casus is er
een ernstig verstoorde relatie tussen buren. Die wordt uitgevochten via een continue stroom van
10 handhavingsverzoeken. Hiervan is het overgrote deel afgewezen. Er lopen nu rechtszaken. Op
dit moment heeft een bemiddelende rol geen enkele zin.
Bovendien ging het in deze casus om het aanleggen van een inrit waarvoor inmiddels een
vergunning is verleend. Het heeft geen zin om die af te laten breken om hem vervolgens weer aan
te laten leggen. Het doel van de dwangsom was om een situatie te bewerkstellingen, hetgeen ook
is gebeurd.
Als het gaat om noemen van namen in correspondentie is het zo dat er richtlijnen zijn vanuit de
algemene wet Bestuur en anderzijds vanuit de Nationale Ombudsman en hierop wordt
aangedrongen in het kader van transparantie.
De wethouder stelt voor om deze speciale casus in aanwezigheid van de afdeling die deze
behandelt, samen door te lopen. Daarna kan de fractie D66 deze zaak, ook in het algemeen, weer
delen op de plek die men daarvoor wenst.
Als het gaat om handhaving en opleggen van dwangsommen in het algemeen, kan het college de
lijn volgen die de fractie D66 schetst.
De heer De Beer (D66) dankt voor de antwoorden. De fractie neemt kennis van de mening van
het college over de algemene lijn en het situationeel omgaan met deze casus. Wellicht liggen daar
goede intenties aan ten grondslag maar wat D66 betreft is handhaving, handhaving en geldt dat
zeker als het traject is ingezet.
Het thema Handhaving in het buitengebied is al vaak besproken. Dit ontbrak in de speerpuntenlijst
van het programma Handhaving en toezicht. Er zijn echter meerdere signalen uit het buitengebied.
Daarom dient de fractie 2 moties in. Evenwel dankt de fractie het college voor de uitgestoken
hand.
De voorzitter leest vervolgens beide moties voor.
"Motie ingediend door de heer De Beer die uitspreekt, - en dat is de motie van teleurstelling
teleurgesteld te zijn in de wijze waarop door het college wordt gereageerd op alarmerende signalen
vanuit de stad en politieke wensen vanuit een meerderheid van de raad omtrent handhaving en
toezicht in het buitengebied."
en