99
Mevrouw Van Maanen (VVD) vraagt zich af waarom de heer Uijl tot de conclusie komt dat de fractie
VVD voorstander is van het uitstellen van de planontwikkeling.
De heer Uijl (SP) deelt mede dat in de motie staat dat er, voordat er een definitief besluit
genomen wordt over de te besteden middelen, een herijking van de Detailhandelsnota moet plaats
vinden.
Mevrouw Van Maanen (WDI is van mening dat dat parallel kan lopen.
De heer Uijl (SP) hoort eerst graag het antwoord van de wethouder.
Hij gaat verder met te constateren dat winkelcentrum Heksenwiel veel leegstand kent. Er zijn veel
geruchten over de supermarkten. De SP hoort graag van de wethouder of er meer duidelijkheid is.
Is de wethouder bereid om met DELA in gesprek te gaan over maatregelen om de leegstand te
bestrijden?
De heer Vuiik (Breda'971 vraagt of de heer Uijl n.a.v. de recente fietstocht niet heeft geconstateerd
dat de winkeliers het vooral hebben gehad over de buitenruimte.
De heer Uijl (SP) beaamt dit.
De heer Van der Horst (BOB) vraagt of de heer Uijl ervan op de hoogte is dat uitbreiding van AH
ook voor AH veel technische problemen meebrengt?
De heer Vuiik (Breda'97! constateert dat het nu wel een technische verhandeling wordt.
De heer Uijl (SP) laat technische zaken graag over aan experts.
In de vorige periode is hiervoor al geld gevoteerd vanuit de wijkimpulsgelden. De SP had liever
gezien dat dit destijds naar de jongeren was gegaan. Deze behoefte is er nog steeds. Het bedrag is
echter in de vorige periode gevoteerd en het zou van onbehoorlijk bestuur getuigen om dit nu
terug te trekken. De noodzakelijke investeringen in de jongeren houdt de SP aan tot een later
tijdstip.
Mevrouw Van Maanen (VVDj vraagt of de heer Uijl denkt dat het te voteren bedrag voldoende zal
zijn en als dat niet zo is, of de SP dan aanvullende middelen wil zoeken.
De heer Uijl (SP) vindt deze vraag dermate technisch dat hierop niet exact te antwoorden is.
Mocht er extra geld nodig zijn, dan verwacht hij dat het college met een voorstel komt.
De heer Rutten (CDA) deelt mede reeds in de commissie positief geadviseerd te hebben. Tijdens
de behandeling heeft de fractie gezegd dat daar een voorwaarde bij hoort, namelijk dat de
eigenaren van de winkelcentra ook gaan investeren. De wethouder deelde dit standpunt. Dit is
echter niet duidelijk geformuleerd in het raadsvoorstel. Hierover hoort men alsnog graag een
bevestiging van het college.
Inzake de supermarkten is het college na onderzoek tot een gewogen voorstel gekomen en pakt
haar rol als aanjager en verbinder. Alle betrokkenen hebben actief meegedaan in het debat. De
meningen lopen echter uiteen. Iemand moet de knoop doorhakken. Als het voorstel vanavond
wordt aangenomen, kan het college aan de slag in het belang van Haagse Beemden en Tuinzigt.
De heer Toeset (D66j vraagt waar alle gesprekken met belanghebbenden terug te zien zijn in het
voorstel.
De heer Rutten (CDA) deelt mede dat dit niet in het voorstel staat maar dat de wethouder
hierover heeft gesproken in de commissie teneinde de puzzelstukjes in elkaar te laten vallen.
De heer Toeset (D66j vraagt of de fractie CDA op de hoogte is van het feit dat er nogal wat
verschil van inzicht is over wat in het stuk staat en wat de ondernemers vinden.
De heer Rutten (CDA) herhaalt dat de meningen inderdaad uiteenlopen en dat daarom de raad
een knoop moet doorhakken.
Mevrouw Van Maanen (VVDj herhaalt dat in het voorstel geen kaders staan voor de verdeling van
de middelen.
De heer Rutten (CDA) deelt mede dat winkeliers hun wensen hebben kenbaar gemaakt. Dat
moet in overleg met ondernemers en eigenaren gebeuren. Het kader bestaat uit het feit dat het in
overleg gaat. Wellicht kan de wethouder daarop reageren.
De heer Van der Horst (BOBj constateert dat de fractie CDA niet terug ziet dat er inderdaad van
beide kanten geïnvesteerd gaat worden. Waarom geeft de fractie dan toch alles al weg?
De heer Rutten (CDA) deelt mede hier inderdaad een reactie van de wethouder op te willen
hebben. Overigens is dit wel mondeling gezegd in de commissie door de wethouder.
De heer Van der Velde (PvdA) deelt mede positief te zijn over de voorgenomen investering in de
buitenruimte, hoewel die niet alles zal oplossen. De crisis, internet, toenemend autogebruik zijn
ook oorzaken van veranderd koopgedrag. Winkeliers en eigenaars zullen nieuwe succesformules
moeten bedenken.
Winkelcentra hebben ook de functie van ontmoeting en voorzien in eerste levensbehoefte. Zeker
bij De Berg zou dit hard aankomen. Die moet dan ook in de lucht worden gehouden. De maat van
de super die er is, is klein. AH wil daar ook niet bewegen. Er is veel horeca in plaats van winkels.
Een nieuwe structuur is noodzakelijk. Dat dienen de ondernemers zelf te doen hoewel investeren in
de buitenruimte daarbij kan helpen. De voorgenomen plannen van betrokkenen vormen een goed