147 Ondertekend door CDA, ondersteund door Breda'97, GroenLinks, SP, BOB. Mevrouw Bijlsma (Partij van de Arbeid) deelt mede het toe te juichen om samen met de betrokken partijen te kijken waar vernieuwd kan worden en hoe het beleid meer kan aansluiten bij de wensen van de stad en het veld. De fractie vindt het zeer onwenselijk dat organisaties pas voor het sluiten van het jaar te horen krijgen of ze subsidie zullen blijven ontvangen. Daarom is de fractie blij met het ingestoken traject. Innovatie is belangrijk omdat de wereld snel verandert. Daarom wordt veel verlangd van organisaties in het voorveld. Daar sluit de zojuist ingediende motie bij aan. De fractie vindt het moeilijk om geld te oormerken maar spreekt over streven en ademt de gedachte van de fractie PvdA. Mevrouw Tecklenburg (GroenLinks) vraagt vooral aandacht voor nieuwe initiatieven. In hoeverre weten die ook de weg? Er is vertrouwen dat dit door de wethouder wordt meegenomen. De term aanjaagbudget is voorgesteld door de fractie D66. Daar staat GroenLinks achter. De grote doelstelling is om alle Bredanaars zo optimaal mogelijk mee te laten doen. Dit moet leidend zijn. Daarom heeft de fractie ook de motie van de fractie CDA meegetekend. De heer Vuijk (Breda'97) deelt mede dat de fractie in de commissie heeft aangegeven de ouderenparagraaf te missen. Daarop is geantwoord dat zaken deels gedekt worden door de WMO. De fractie hoopt op goede verbindingen om de doelgroep ouderen te blijven bedienen. De fractie sluit zich voorts aan bij de vorige sprekers. De heer Uijl (SP) zal positief adviseren. De fractie vindt de motie van het CDA een goede aanvulling. De fractie hoopt dat de doorlooptijden in het nieuwe beleid kunnen worden aangepakt. Bewezen initiatieven zouden in aanmerking moeten komen voor meerjarensubsidie. De heer Aartsen (VVD) vraagt aan het college of zij het bedrag en het in de motie realistisch acht. Is het oormerken van gelden eventueel niet een bureaucratische last? De heer Boulakjar (D66) sluit zich aan bij de fractie GroenLinks inzake de term aanjaagbudget. De fractie wacht de reactie van het college op de motie af. Mevrouw De Heer (Trots/OPA) wacht ook de antwoorden van het college inzake de motie af. De heer Nouhi (BOB) merkt op dat er wordt gesproken over afname en toename bij beoogde doelstellingen. De fractie mist dat doelen meetbaar zijn. De fractie heeft de motie van het CDA ondersteund omdat de fractie van mening is dat maximaal ingezet moet worden op preventie om dure zorg te voorkomen. Reactie van het college. Wethouder Haagh deelt in de richting van de fractie BOB mede dat in de commissie uitgebreid is gesproken over hoe nu de indicatoren in het stuk staan. Dat hebben we niet inhoudelijk willen veranderen in het besef dat we in Breda Doet op een andere manier willen gaan meten. De wethouder deelt mede de motie te zien als een steun in de rug om bij alles wat er al gebeurt, door te pakken. Het tweede punt aangaande de financiën leest de wethouder als een realistisch streven; het is geen blok aan het been maar het mag nooit boven de inhoud gaan. Samenwerking tussen professionals en vrijwilligers mag nooit boven die inhoud gaan. Bij de timing is ook in de commissie al stil gestaan. De activiteitensubsidies kunnen grotendeels binnen 8 weken afgehandeld worden. Bij de grote subsidies moet dat heel zorgvuldig gebeuren. Er is een projectorganisatie op gezet om ook dat zo snel mogelijk te doen. 2e termiin. Mevrouw Groeneweg (CDA) memoreert de motie die de fractie eerder heeft ingediend mager te hebben terug gevonden in de Voorjaarsnota. Daarom is in deze motie heel helder gemaakt wat de bedoeling is. Het miljoen is aangegeven omdat het substantieel moet zijn. Het is niet geoormerkt. De heer Nouhi (BOB) is van mening dat het belangrijk is om zaken te meten; het gaat wel om 40 miljoen op jaarbasis. Het blijft de fractie onduidelijk waarom er alleen maar wordt gesproken over

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2015 | | pagina 10