146
De heer Maes (SP) complimenteert het werk van de Rekenkamer. Omdat de diversiteit erg groot
is, zijn de aanbevelingen wat algemeen. In de commissie heeft een constructieve bespreking
plaatsgevonden waarin 5 punten naar voren kwamen en daarin waren de fracties eensgezind, t.w.:
duidelijk onderscheid tussen de verschillende typen geldverstrekking, concretiseren van doelen bij
kunst en cultuur, evalueren van de effectiviteit, onderzoeken van een meer dynamisch
subsidieregister en meer verantwoordelijkheidsinformatie.
De fractie noemt het stuk een mooie coproductie van de commissie Bestuur.
De heer Van der Velde (PvdA) deelt mede dat de positieve insteek en de reacties in de
commissie en de aanscherping die is gevraagd goed zijn terecht gekomen in het raadsvoorstel. De
fractie is voor het voorstel.
De heer Van het Hof (D66) memoreert de zeer goede wisseling hierover in de commissie
Bestuur en dankt de griffie voor het stuk. D66 benadrukt de doelstelling van het stimuleren van
maatschappelijke doelen. Daarom is het ook goed dat het aanjaagbudget in de suggesties is
opgenomen. De fractie stemt in met het voorstel maar met de verwachting dat de suggesties uit de
commissies serieus zullen worden opgepakt.
De heer Jansen (CDA) memoreert dat het voorliggend stuk tot stand gekomen is naar aanleiding
van de discussie in de commissie Bestuur. De fractie kan zich vinden in het voorstel.
De heer Ernst (VVD) noemt het voorliggend stuk een goed rapport met concrete aanbevelingen.
Bij het evalueren en concretiseren is uitgebreid stil gestaan in de commissie. De fractie is blij dat
het voorstel er nu ligt. Hiermee wordt de bijdrage in de commissie recht gedaan. Er moet nog wel
wat uitwerking komen. Er is gevraagd aan de werkgroep Cyclische Producten om dat voor te
bereiden waarna het weer terug komt in de commissie Bestuur.
De heer Koniuszek (GroenLinks) deelt mede dat het voorliggend voorstel de goede discussie in
de commissie goed weergeeft. De fractie is hier blij mee.
De heer Nouhi (BOB) sluit zich aan bij de fractie D66 met name wat betreft het serieus nemen
van de suggesties.
Reactie van het college.
Wethouder Van Lunteren constateert dat er geen vragen zijn gesteld. Hij deelt mede te hopen
dat in de werkgroep Cyclische producten wordt meegenomen dat we bezig zijn met het herijken
van het subsidiebeleid en met Breda Doet en Breda Basis en dat we die processen parallel laten
lopen en vervlechten.
De heer Ernst (WD! deelt mede dat in het voorstel staat dat het een coproductie wordt van
werkgroep, commissie en college.
De voorzitter constateert dat het raadsvoorstel unaniem wordt aangenomen.
6. Kader subsidie-uitvraag 2016.
Mevrouw Groeneweg (CDA) noemt het een grote winst dat het kader het hele sociale domein
betreft. Daardoor zullen in 2017 nog meer kansen worden geboden aan organisaties die waar voor
hun geld leveren. De fractie wil niet wachten met het betrekken van clubs en verenigingen. Dit kan
namelijk een grote bijdrage geven aan preventie vroeghulp en behandelprogramma's. De fractie
geeft hiervan enkele al bestaande voorbeelden en van verenigingen die hiertoe bereid zijn. De
fractie wil de bereidheid van verenigingen en de behoefte aan elkaar koppelen door de
subsidieaanvraag nadrukkelijk open te stellen en actief onder de aandacht te brengen van
verenigingen om bijvoorbeeld ondersteuning en opleiding bij de activiteiten mee te financieren.
De fractie dient samen met meerdere partijen een motie in.
De voorzitter leest de motie voor.
"Boost voor preventie, signalering en vroeghulp.
Draagt het college op bij de vaststelling van de nadere regels subsidie uitvraag 2016 de strekking
mee te nemen dat de voorkeur uitgaat naar aanvragen die de samenwerking tussen
vrijwilligersorganisaties of initiatieven en professionals op het gebied van preventie, signalering en
vroeghulp en behandeling beogen, dit breed bekend te maken met als streven dat in 2016
minimaal 2% van het totaal beschikbare subsidiebudget, circa 1 miljoen euro, aan dergelijke
samenwerkingsinitiatieven wordt besteed.".
