159
goed was. Het was waarneembaar dat er in het college heel collegiaal gewerkt werd. De fractie
deelt daarom de voorstelling van zaken van de heer Aartsen over de vorige periode niet.
De heer Aartsen (VVD) is van mening dat alle 39 raadsleden een rol gespeeld hebben en hoopt
dat al deze 39 raadsleden nu gezamenlijk de relaties willen verbeteren.
De heer Elbertse (CDA) zeat nu een andere heer Aartsen te zien als 3 maanden geleden maar
begrijpt dat de positie nu anders is. Hij is van mening dat de rol van de oppositie en met name van
de VVD en D66 een zware rol gespeeld hebben in de afgelopen bestuursperiode.
De heer Aartsen (VVD) herhaalt dat alle 39 raadsleden een rol hebben gespeeld. In het
préformatieproces zijn zaken erkend en uitgesproken. De fractie van de VVD is bereid met de
fractie van het CDA, achter gesloten deuren, over deze zaken te blijven praten.
De heer Van het Hof (D66I onderschrijft de constateringen van de VVD. De val van een coalitie is
nooit goed voor de stad en de inzet van D66 was om een professioneel en stabiel stadsbestuur te
vormen wat onderling vertrouwen geniet en verdient.
De heer Elbertse (CDA) merkt op dat de heer Van het Hof suggereert dat er in de afgelopen
periode geen professioneel stadsbestuur heeft gezeten.
De heer Van het Hof (D66) heeft dit absoluut niet willen suggereren en vindt dat een stad als
Breda, de 9e stad van Nederland, te allen tijde een professioneel bestuur verdient en heeft gehad.
De heer Maes (SP) ziet paralellen tussen de gemeenteraad en de strijd tussen Kamp Noord en
Zuid in het programma Expeditie Robinson, met steeds complotten en verbanden. Hij wil
voorkomen dat het debat zich beperkt tot wat er de afgelopen maanden mis is gegaan. Als
voormalige kleine oppositiepartij van 3 zetels stond de SP in het voorjaar van 2014 met 6 zetels
aan het hoofd van de meest linkse coalitie die Breda ooit gekend heeft en dat in de tijd dat er veel
taken op gebied van zorg en arbeidsparticipatie richting gemeente kwamen. Naast de
decentralisaties is er nog veel ander goed beleid gemaakt en is er sprake van een nieuwe relatie
tussen overheid en burgers. Met een verdeling van 21/18 wisten we dat het spannend zou worden
en toen er vrij snel na de start van de coalitie een overstap plaats vond van de ene partij naar de
andere was er een minimale meerderheid voor de coalitie. De heer Maes hoopt dat alle partijen
hiervan geleerd hebben en niet blijven hangen in het elkaar verwijten maken, maar net als in het
nieuwe programma van Expeditie Robinson samen de strijd aangaan voor een beter Breda.
De heer Elbertse (CDA) onderschrijft het betoog van de heer Maes (SP) grotendeels maar het lijkt
er op dat het CDA min of meer verantwoordelijk gesteld wordt voor de breuk. Er waren keiharde
afspraken dat de vier partijen van de coalitie elkaar zouden vasthouden en D66 of de VVD zouden
uitnodigen om aan te schuiven. Kan de heer Maes (SPI uitleggen waarom zijn partij een andere
keuze heeft gemaakt?
De heer Maes (SP) geeft aan dat zijn fractie tot op het laatst heeft gestreden voor de coalitie,
maar toen zichtbaar werd dat het niet houdbaar was toch besloten heeft om deel te nemen aan de
gesprekken vanwege de verantwoording naar de achterban om er het maximale voor de partij uit
te halen.
De heer Elbertse (CDA) dankt de heer Maes voor zijn openhartige antwoord maar denkt toch dat de
stad hier niets van begrepen heeft en wij moeten als raad er voor zorgen dat de stad begrijpt wat
wij aan het doen zijn. De heer Elbertse vraagt of zijn beeld juist is dat op die zondagmorgen al
duidelijk was dat een van de partijen zou gaan schuiven.
De heer Maes (SP) antwoordt dat het bij hem niet duidelijk was maar dat deze vraag eigenlijk
aan het college gesteld moet worden en bevestigt desgevraagd dat dit geen schoonheidsprijs
verdient.
De heer Elbertse (CDA) stelt dat hij veel aan het woord is omdat zijn fractie en die van
GroenLinks de enige oppositiepartijen zijn die aanwezig zijn en vindt dit een valse start van deze
bestuursperiode. Door de val van het college kunnen 3 wethouders zelf niet meer de vruchten
plukken van hun tomeloze inzet. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? In het voorjaar dacht de
raad een goede stap gezet te hebben door in een amendement de heer Wagemakers in persoon
eindverantwoordelijk te stellen voor een advies aan het college en de raad. Het ontslag van de heer
Wagemakers door wethouder Akinci en het leidend maken van de werkgroep was in strijd met het,
ook door GroenLinks gesteunde, amendement. Het voorleggen van de keuze van een onafhankelijk
voorzitter aan de raad heeft geleid tot de val van de coalitie, nog voordat het voorstel inhoudelijk
door de raad besproken was. Vanuit het CDA vindt men dit in strijd met de gezonde democratische
tradities dat discussies in de raad plaatsvinden en niet daarbuiten. De wethouder en diens partij
GroenLinks kozen voor een vlucht, een dag voor het debat. De fractie van het CDA betreurt dat
zeer omdat het lijkt of er bewust aangestuurd is op een breuk.
De 2e teleurstelling voor de fractie van het CDA kwam toen de twee coalitiepartners SP en PvdA
ingingen op het verzoek van Yves de Boer om aan te schuiven bij de VVD, D66 en GroenLinks. De
tot dan toe succesvolle coalitie had ook een meerderheid kunnen realiseren door het aanschuiven