160 van VVD of D66, zoals eerder het gezamenlijk advies aan de informateur was geweest. Waarom partijen op deze wijze gehandeld hebben is een raadsel voor de fractie van het CDA. De heer Elbertse hecht eraan te melden nooit eerder negatieve signalen over de samenwerking ontvangen te hebben van GroenLinks. De fractie wil vooral naar de toekomst kijken en constructief en op inhoud oppositie voeren. In de vorige oppositie hebben met name de VVD en D66 keihard oppositie gevoerd op proces en op mensen gericht, wat niet goed is voor de stad en haar bestuur. Het CDA wil zich blijven richten op concrete oplossingen voor de uitdagingen van onze inwoners, op de leefbaarheid voor onze gezinnen en op de ruimte voor onze ondernemers. De heer Aartsen (VVD) herhaalt dat de gemeenteraad collectief verantwoordelijk was voor de ontstane negatieve sfeer terwijl de heer Elbertse in zijn betoog een aantal partijen expliciet aanwijst en vraagt of de heer Elbertse denkt dat hij zelf ook een rol gespeeld heeft in die verhoudingen. De heer Elbertse (CDA) is van mening dat het een wisselwerking was. Door de manier waarop oppositie werd gevoerd had de heer Elbertse sterk de indruk dat het doel was om het vorige college zo snel mogelijk te laten vallen. Natuurlijk had de raad ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De heer Van der Velde (PvdA) geeft aan dat zijn fractie ziet dat er in de afgelopen anderhalf jaar goede resultaten zijn bereikt, waar gelukkig ook anderen veel waardering voor hebben. De besluiten die het akkoord Ruimte en Verbinding opleverden kregen meer dan eens de steun van de gehele raad. De PvdA heeft zich steeds volledig ingezet om de coalitie overeind te houden en te werken aan het overbruggen van meningsverschillen. Helaas kwam GroenLinks in juli tot de conclusie dat het geen vertrouwen meer kon geven aan deze coalitie. Voor de PvdA stond en staat de bestuurbaarheid van de stad voorop en de fractie gaat vol goede moede en met vertrouwen verder met het nieuwe akkoord. De heer Elbertse (CDA) stelt wederom de vraag wat de aanleiding en de reden is geweest om niet, zoals afgesproken binnen de C4, vast te houden aan de bestaande coalitie, maar een nieuwe coalitie aan te gaan. De heer Van der Velde (PvdA) heeft in zijn betoog aangegeven dat er de fractie veel aan gelegen was om de coalitie bij elkaar te houden. Op een bepaald moment heeft de C4 de VVD uitgenodigd om deel te nemen aan de gesprekken en in een later stadium D66. Het moment om uit de C4 te stappen was het rapport van Yves de Boer waaruit nogmaals bleek dat er geen bereidheid was bij VVD en D66 om aan te sluiten bij de C4. De fractie moest op dat moment verantwoordelijkheid nemen voor het bestuur van de stad en het moeilijke besluit nemen om uit de C4 te treden. De heer Elbertse (CDA) is benieuwd naar de conclusies van het rapport De Boer en hoort in het betoog van de heer Van der Velde niet het antwoord op zijn vraag. De heer Van der Velde (PvdA) antwoordt dat het antwoord naar zijn mening klip en klaar was. Op basis van de verstrekte informatie werd in het rapport geconcludeerd dat er vanuit deze partijen het beste een nieuw college kon worden geformeerd. Dat was voor de fractie van de PvdA duidelijk; iemand anders kan dat anders duiden. De heer Elbertse (CDA! concludeert dat afspraak dan geen afspraak is voor de PvdA. De voorzitter merkt op dat dit een constatering is die voor rekening van het CDA komt. De heer Koniuszek (GroenLinks) komt als laatste aan het woord, als partij waar iedereen het over heeft. Bij het vormen van de coalitie was GroenLinks de partij die het laatst gevraagd werd, maar GroenLinks heeft met overtuiging mee gedaan. De meerderheid van 2 zetels werd al snel gereduceerd tot 1 zetel. Elk onderwerp kreeg hierdoor en door de felle oppositie extra lading. GroenLinks kreeg het idee steeds minder ruimte voor eigen beleid en ideeën te krijgen. De heer Elbertse (CDA) waarom GroenLinks het daar toen niet over gehad heeft. De heer Koniuszek (GroenLinks) heeft dit in zijn herinnering wel benoemd. Toen werd besloten om de twee musea, die al jaren niet aan de verwachtingen voldeden, samen te voegen en de werkgroep die daaraan werkte werd samengesteld uit vertegenwoordigers van de musea, aangevuld met een onafhankelijk expert, die uiteindelijk uit zijn functie ontheven moest worden. De fractie van GroenLinks was teleurgesteld dat het voorstel van het college van 15 juli twee zeer verschillende varianten bevatte, waarvan de lste variant de voorkeur van de wethouder had. Intern is de fractie toen tot de conclusie gekomen dat samenwerking van de 5 partijen niet langer in het belang van Breda was. De heer Elbertse (CDA! vraagt waarom GroenLinks niet op donderdagavond het debat is aangegaan. De wethouder had immers wat te verantwoorden aan de raad. De heer Koniuszek (GroenLinks) antwoordt dat het feit dat het college niet met een eenduidig voorstel kon komen voor de fractie reden was om het vertrouwen in de samenwerking op te zeggen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2015 | | pagina 4