197 Wethouder De Beer antwoordt dat door het vaststellen van het bestuursakkoord voor dit meerjaren investeringsprogramma gekozen is, waarin nagenoeg alles bestemd is. Dit zou verwarring kunnen geven. In het meerjaren perspectief zit 12,5 miljoen voor de komende vier jaar en het weerstandsvermogen laat ook enige ruimte zien. De heer Elbertse (CDA) wijst erop dat het verhogen van het weerstandsvermogen lange tijd filosofie van de raad is geweest en is bang dat dit nu verlaten wordt als er tegenvallers komen. Wethouder De Beer herhaalt de oproep om prudent te zijn en geen extra geld uit te geven. Met betrekking tot motie 8 Minder in eigen beheer van fractie CDA geeft de wethouder aan dat het college steeds als zich nieuw beleid aandient of als er een logisch moment is nagaat of het wijs is om dat door externe partijen uit te laten voeren of door de eigen organisatie. De gemeente Moerdijk heeft Breda gevraagd om daar het huisvuil op te halen omdat de afvalservice zo goed is en maatwerk kan leveren. De heer Elbertse (CDA) merkt op dat huisvuil ophalen in Moerdijk niet een van de kerntaken van Breda is. Het gaat onder andere ook om het groenonderhoud en het maken van verkeersborden. De vraag is om te onderzoeken of dat in eigen beheer moet of dat er betere manieren zijn, die we de belastingbetaler niet moeten onthouden. Wethouder De Beer antwoordt dat het college dit voortdurend doet. Er zijn voor ieder beleidsveld logische momenten om te kijken of je taken wel of niet uitbesteed. De heer Aartsen (WD) merkt op dat de motie zich vooral richt op de afvalservice, waarvan wethouder De Beer aangeeft dat het nu geen logisch moment is. Is het mogelijk een soort 'print screen' te maken welke taken door de gemeente Breda in eigen beheer uitgevoerd worden, die bij andere gemeenten door marktpartijen worden gedaan. Wethouder De Beer antwoordt dat met deze formulering bij alle 400 gemeenten onderzocht moet worden welke taken ze wel en niet in eigen beheer uitvoeren. Dat vergt een ambtelijke inzet, die het college op dit moment de organisatie niet wil aandoen. Het college wil wel over een specifiek beleidsterrein in gesprek gaan met de raad. De voorzitter wijst erop dat er ook nog discussie mogelijk is in tweede termijn. De heer Aartsen (WD) noemt de groenvoorziening, waarvan ATEA meerdere malen heeft aangegeven dat dit in andere gemeenten significant anders aangepakt wordt. Fractie WD vraagt of de raad met het college een gesprek aan kan gaan over welke onderdelen wel of niet uitbesteed kunnen worden aan marktpartijen. Wethouder De Beer antwoordt dat het college, daartoe uitgenodigd, altijd bereid is om een gesprek aan te gaan maar blijft bij het antwoord dat de motie door de breedheid lastig uit te voeren is. De heer Elbertse (CDA) wil de motie zodanig aanpassen dat die gericht wordt op de afvalservice en de groenvoorziening. Wethouder De Beer geeft aan dat motie 26 Breda fosfielvrij van GroenLinks een bijdrage kan leveren aan de duurzaamheidsdoelstellingen. De specifieke route maakt het lastig de motie uit te voeren. Breda kan niet als één deelnemer het pensioenfonds verplichten fossielvrij te worden. De BNG is een van de partners waar de motie op doelt. De BNG benadert gemeenten met voorzieningen als duurzame obligaties. Het college is van mening dat het thema duurzaamheid in Breda met alle beleidsterreinen zo breed verbonden is dat het toevoegen van een paragraaf zoals bedoeld in Motie 15 Duurzaamheidsparagraaf van GroenLinks geen meerwaarde heeft maar alleen intern meer energie kost. Op motie 20 Betrekken van kennis van Breda'97 antwoordt de wethouder dat door het college een visie op het gemeentelijk vastgoed is toegezegd, waarvan het maatschappelijk vastgoed een van de categorieën is. De huurders zullen betrokken worden bij het concept. Motie 21 Samen een straatje om van Breda'97 is lastig uit te voeren om bij 60 jaar een leeftijdsgrens te leggen voor korting. Het college kan niet anders dan vanuit uitvoeringsperspectief deze motie ontraden. Motie 21 geen dubbele OZB voor ondernemers van BOB wordt ontraden omdat het college met de voorliggende begroting inwoners en ondernemers voor drie jaar voorspelbaarheid van deze lasten heeft willen geven. Met betrekking tot het afschaffen van schoolzwemmen geeft de wethouder aan dat bij een nulmeting bleek dat 150 kinderen in groep 7 geen zwemdiploma hadden. De vangnetregeling is onvoldoende bekend maar in 2015 heeft 20% van de doelgroep gebruikt gemaakt van de route via het jeugdsportfonds. De verwachting is dat de ambitie van 25% in 2015 gehaald wordt. De ambitie moet nog doorgroeien. Het college vindt dit een belangrijk onderwerp. Bij het scholenveld wordt een onderzoek uitgezet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2015 | | pagina 15