199
In het bestuursakkoord is expliciet gekozen om geen parkeeronderzoek te doen. In de commissie is al
toegezegd dat in het eerste kwartaal van 2016 alle aspecten rondom parkeren aan de orde komen in
een raadsbrief. Breda kent al een vorm van differentiatie van tarieven: in de eigen parkeergarages is
het tarief maximaal 2 per uur, op het Molsterrein is het maximaal 5 en bij de rechtbank is het veel
lager.
De heer Elbertse (CDA) heeft bij het Molsterrein zelf vastgesteld dat het tarief 2 per uur is.
Wethouder Adank neemt daar kennis van.
De heer Elbertse (CDA) brengt in herinnering dat bij de bespreking van de voorjaarsnota een motie
ingediend en aangenomen is, waarin een onderzoek gevraagd wordt. Dat is een opdracht aan het
college.
Wethouder Adank antwoordt dat in het bestuursakkoord een heldere lijn is opgenomen die door het
college gevolgd wordt. Het college kiest niet een uitgebreid onderzoek.
De heer Elbertse (CDA) merkt op dat op 18 juni gezegd is dat een onderzoek nodig is, waarbij
verlaging van de tarieven wordt genoemd. Nu worden de tarieven verhoogd.
Wethouder Adank antwoordt dat de lijnen uitgezet zijn in het bestuursakkoord en dat in januari een
gesprek plaatsvindt over de gemaakte keuzes.
De heer Elbertse (CDA) geeft nogmaals aan dat er een motie is aangenomen.
De voorzitter licht toe dat er voor het college twee momenten zijn om te reageren op een motie. Het
bestuursakkoord is door de raad als meerderheid vastgesteld. Dat betekent dat het college bij het
bespreken van moties en toezeggingen moet aangeven wat dat inhoudt voor de motie die eerder door
de raad is aangenomen. De burgemeester en de griffier zullen er op toezien dat dit zorgvuldig
gebeurt. Dat wordt gerapporteerd aan de commissie en de raad kan aangeven of zij het wel of niet
eens is met de interpretatie van het college.
De heer Elbertse (CDA) geeft aan dat fractie CDA juist vanwege deze discussie nu een motie in
dezelfde lijn indient.
De voorzitter merkt op dat er een nieuwe bestuurlijke werkelijkheid is door de vaststelling van het
bestuursakkoord door de raad.
De heer Aartsen (WD) merkt op dat in het bestuursakkoord van maart 2014 is opgenomen dat er
een onderzoek naar de parkeertarieven zou plaatsvinden en vraagt of de wethouder kan aangeven of
dat onderzoek uitgevoerd is.
Wethouder Adank voelt er weinig voor om zo ver terug in de tijd te kijken omdat er op 2 september
een nieuw bestuursakkoord door de raad is vastgesteld.
De heer Aartsen (WD) concludeert dat er niet zo bijster veel met het onderzoek gebeurd is.
De heer Vuijk (Breda'97) doet zijn motie gestand en wacht de stemming af.
Wethouder Adank geeft als reactie op de opmerking van GroenLinks over de arbeidsmarkt aan dat er
in de regio grote zorgen bestaan dat er op iets langere en lange termijn niet voldoende werknemers
geaccommodeerd kunnen worden. Deze signalen beginnen zich bij Economische Zaken af te
tekenen.
Mevrouw Tecklenburg (GL) neemt aan dat bedoeld wordt dat er aan de ene kant behoefte is aan
arbeidskrachten, maar aan de andere kant is er een groep mensen waar geen werk voor is.
Wethouder Adank ervaart motiel Bereikbaarheid West-Brabant van fractie WD als een steun in de
rug. Door de minister is toegezegd dat de verbreding van de A58 tussen Galder en Annabosch in
combinatie met andere ontwikkelingen in Zuidoost Nederland doorgaat. De wethouder zal met
collega's uit de regio aan het rijk laten zien waar de knelpunten liggen en deze in cofinanciering
oppakken.
De heer Vuijk (Breda'97) constateert dat de WD zowel landelijk als regionaal iets in de pap te
brokkelen heeft en denkt dat deze motie overbodig is.
Wethouder Adank antwoordt dat er binnen de WD veel wensen zijn en keuzes gemaakt moeten
worden en staat er voor Breda, om de knelpunten van Breda op te lossen.
De heer Van der Velde (PvdA) neemt aan dat de wethouder met het woord 'cofinanciering' niet doelt
op de knelpunten bij Hooipolder en vraagt waar dit wel betrekking op heeft.
Wethouder Adank antwoordt dat Breda niet investeert in een rijksweg die niet direct aan de
gemeentegrenzen ligt maar wel in het onderliggend wegennet.
De wethouder ziet niet graag dat de moties over parkeren aangenomen worden.
De wethouder vindt motie 5 Krediet voor het MKB een heldere oproep en is al in gesprek met de
kredietunie en andere aanbieders van microkredieten en kredieten voor ondernemers. In gesprekken
met de kredietunie wordt gekeken waar facilitering nodig en mogelijk is.
Ook motie 23 Grote Markt moet zich aanpassen van BOB ziet de wethouder als steun in de rug. De
komende periode moet daar een goede visie en aanpak op ontwikkeld worden waarbij in