202
De heer Vuijk (Breda'97) vraagt of verkend is of de Poolse ambassade daar geld voor beschikbaar
wil stellen.
Wethouder De Bie antwoordt dat daar gesprekken over gaande zijn.
Het Bredaas hoen is onderdeel van ons cultureel erfgoed. Er is kennis over bij het Natuur Educatief
Centrum maar crowd funding is echt aan de crowd.
De heer Toeset (D66) vraagt of de wethouder BOB een steuntje in de rug kan geven door ervoor te
zorgen dat het Bredaas hoen weer prominent vermeld wordt in de nieuwe erfgoedvisie.
Wethouder De Bie antwoordt dat ze uitgaat van deze vermelding.
De heer Van der Horst (BOB) is blij met deze toezegging maar verwacht ook een financiële bijdrage.
Wethouder Arbouw geeft aan dat het fonds stedelijke ontwikkeling een nieuw instrument is waarin de
overheid een van de partijen is. Het doel is met een impuls andere financiële stromingen op gang te
brengen. Een voorstel voor het ontwikkelen van criteria wordt in december in het college besproken en
begin volgend jaar in de commissie.
De heer Elbertse (CDA) vraagt wat er dan vanuit het fonds gefinancierd wordt.
De voorzitter geeft aan dat er een notitie komt. Wethouder Arbouw zal nu op hoofdlijnen reageren.
Wethouder Arbouw geeft aan dat in het bestuursakkoord impulsen genoemd zijn. Het college is met
partijen in gesprek om kansen te verkennen. Er wordt gesproken over doortrekken van de Nieuwe
Mark. Er wordt gekeken om tot een gebiedsontwikkeling te komen waarbij een impuls kan helpen om
gelden van andere partijen en wellicht ook subsidies van de provincie of Europa te verkrijgen.
In reactie op motie 18 Alaaf geeft de wethouder aan dat er de afgelopen periode veel gesprekken
hebben plaatsgevonden. Op 9 oktober is door BAK een aanvraag ingediend voor 11 vernishutten in
Prinsenbeek. De wethouder zegt toe de raad te informeren als de omgevingsvergunning wordt
verleend. Voor de locatie Hekven wordt gekeken naar een constructie waarvoor geen ruimtelijke
procedures nodig zijn en de wethouder zal ook dit melden aan de raad.
De heer Vuijk (Breda'97) geeft aan dat de toezeggingen die door het vorig college zijn gedaan niet
op de toezeggingenlijst vermeld zijn. Er zijn meer locaties dan Breda en Prinsenbeek; er zou
stadsbreed geacteerd worden.
Wethouder Arbouw geeft aan dat er concrete resultaten zijn in Breda en Prinsenbeek. In Ulvenhout
is er een voorziening tot 2020. Het is bij het college niet bekend of er knelpunten zijn in Bavel en
Teteringen.
De heer Bruijns (CDA) vraagt of er geen gesprekken zijn geweest met Bavel en Teteringen, waar wel
degelijk nood is aan bouwruimte.
Wethouder Arbouw antwoordt dat er bij het college geen knelpunten bekend zijn. Mochten die er wel
zijn, dan zullen ze opgepakt worden.
De heer Bruijns (CDA) merkt op dat indertijd toegezegd is dat er duurzame oplossingen zouden
komen in de stad en de dorpen en vraagt of de wethouder deelt dat er nu een totaal oplossing gezocht
kan worden.
Wethouder Arbouw antwoordt dat in 2014 is aangegeven dat er conceptueel een oplossing was. Het
is maatwerk en het is aan de carnavalsverenigingen waar ze voor kiezen en hoeveel geld ze eraan
willen besteden.
De heer Bruijns (CDA) geeft aan dat er destijds toegezegd is om rond 11-11 met een uitgewerkt plan
te komen en vraagt of dit voor carnaval 2016 kan komen.
Wethouder Arbouw antwoordt dat hij al aangegeven heeft dat en wanneer de raad geïnformeerd
wordt over Breda en Prinsenbeek en zal nagaan wat besproken en afgesproken is met Bavel en
Teteringen.
Het dictum van motie 19 centrumvoorzieningen Teteringen is aangepast. Het college pakt dit
voortvarend op. Het is in het bijzijn van de voorzitter van de dorpsraad besproken in de commissie
Ruimte. Wat toen voorlag had te weinig ambitie en kwaliteit. Er wordt met drie betrokken partijen
overlegd om de ambitie te verhogen. Morgen vindt hierover weer bestuurlijk overleg plaats. In het
dictum wordt gevraagd in het eerste kwartaal concrete plannen terug te koppelen aan de raad. Het
college is afhankelijk van andere partijen en kan dit niet toezeggen, maar kan wel toezeggen te
melden zodra er zicht is op een oplossing.
De heer Vuijk (Breda'97) is bereid dit gedeelte uit het dictum te schrappen.
Wethouder Arbouw merkt op dat er dan alleen staat dat het college voortvarend de regie op zich
neemt waardoor de motie gezien kan worden als een steun in de rug.
Mevrouw Van Maanen (WD) neemt het voorzitterschap over om burgemeester Depla de gelegenheid
te geven de aan hem gestelde vragen te beantwoorden.
