205
De heer Maes (SP) antwoordt dat deze motie de wethouder aanmoedigt om door te gaan op de
ingeslagen weg. Het zou goed zijn als de raad over concrete aantallen beschikt en hoort of dit een
aanzuigende werking heeft voor mensen van buiten de stad.
De heer Nouhi (BOB) merkt op dat de gemeente geen sterke onderhandelingspositie heeft en vraagt
wat de motie voor nut heeft.
De heer Maes (SP) antwoordt dat ook marktpartijen nadrukkelijk bij de taskforce betrokken moeten
worden. Het is voorstelbaar dat als het woord zich verspreid door het land er alternatieve bouwers
komen met aanbiedingen. Dat is de aanjagende werking die van zo'n motie uitgaat.
De heer Ernst (VVD) merkt op dat als voorzitter van de werkgroep cyclische producten op dat deze
onderzoek kan doen en voorstellen kan maken, maar de politieke keuzes worden gemaakt door de
raad.
De voorzitter licht toe dat de motie over dit onderwerp wordt uitgelegd als een opdracht aan de
werkgroep cyclische producten. Het is GroenLinks, de indiener van deze motie, die bepaalt hoe de
motie geïnterpreteerd moet worden.
De heer Maes (SP) maakt een vergelijking met de maatschappelijke effecten. Dat is ook
teruggekoppeld naar het ambtelijk apparaat. Die mening telt mee bij de overwegingen.
De heer Elbertse (CDA) geeft met betrekking tot motie 3 Parkeren als marketing tooi aan het
wonderlijk te vinden dat op 18 juni een motie ingediend wordt waarin gevraagd wordt om een
onderzoek naar parkeertarieven en na het bestuursakkoord is de indiener van deze motie van
gedachten veranderd.
De heer Aartsen (WD) citeert uit de betreffende motie "om het college te verzoeken het
aangekondigde onderzoek dit jaar naar de raad te laten komen". Er werd gerefereerd naar een eerder
aangekondigd onderzoek. In de zomer moest geconcludeerd worden dat het onderzoek wat
afgesproken was tussen een politieke samenwerking in 2014 niet is uitgevoerd. De nieuwe coalitie
heeft een politiek besluit genomen en staat daar nog steeds achter.
De heer Elbertse (CDA) geeft aan het wonderlijk te vinden dat er toen uitgegaan werd van een
verlaging en er nu sprake is van een verhoging. Er wordt nu getamboereerd met 1% verlaging van de
OZB maar 2,5% verhoging van parkeertarieven is een hoger percentage.
De heer Aartsen (WD) antwoordt dat van 7,2% verhoging naar 1% verlaging niet even veel is als van
0 naar 2,5%. In coalitieverband moetje soms een veer laten om andere mooie dingen terug te krijgen.
Bij de parkeertarieven gaat het om een inflatiecorrectie van 0,05.
De heer Elbertse (CDA) merkt op dat er een prima deal gesloten is voor de WD maar niet voor de
ondernemers in de binnenstad.
De heer Aartsen (WD) antwoordt dat de plannen die de ondernemers ingediend hebben in een
maand tijd gerealiseerd waren door de nieuwe coalitie.
De heer Elbertse (CDA) is benieuwd of de ondernemers om deze verhoging gevraagd hebben.
Fractie CDA is tevreden over de reactie van de burgemeester op motie 4 De geheimen van het
rioolwater en trekt de motie in.
De voorzitter concludeert dat motie 4 geen deel meer uitmaakt van de beraadslagingen.
De heer Elbertse (CDA) geeft aan dat motie 6 een leven lang leren is aangepast.
De voorzitter leest het eerste deel van het dictum voor:
"draagt het college op
1. Zich in te spannen om het meester-gezelprincipe bijvoorbeeld in de vorm van het
Ambachtshuis Brabant ook in Breda te introduceren met de bedoeling om door deze
innovatieve activiteiten meer mensen uit de uitkering aan werk te helpen"
Het tweede deel blijft ongewijzigd.
De aangepaste motie 6 maakt deel uit van de beraadslagingen.
De heer Elbertse (CDA) geeft aan dat het bij Motie 7 Durven loslaten gaat om nieuwe initiatieven die
willen doorontwikkelen en vastlopen in oude regels wat uiteindelijk ook arbeidsplaatsen kost.
De voorzitter leest het aangepaste dictum voor:
"draagt het college op om
1Aan te geven welke regels en uitvoeringspraktijk belemmerend werken om ruimte te geven
aan (doorontwikkeling) van nieuwe initiatieven en hiervoor, waar nodig in experimenten,
oplossingen aan te dragen."
Punt 2 en 3 blijven hetzelfde
De aangepaste motie 7 blijft deel uitmaken van de beraadslagingen.
De heer Van het Hof (D66) merkt op dat het meester-gezel-principe met name een instrument is om
jonge mensen aan het begin van hun carrière op te leiden en een ambacht te leren terwijl in de motie
gesproken wordt over mensen vanuit een uitkering aan werk helpen. Fractie D66 wil graag weten of
dit een participatie of een onderwijs instrument is.