226
Eerste termijn
De heer Van der Velde (PvdA) geeft aan dat fractie PvdA wil dat alle mogelijkheden benut worden
om de binnenstad impulsen te geven. De binnenstad is niet alleen van groot belang voor de
ondernemers maar voor heel Breda, voor de aantrekkelijkheid en voor het economisch klimaat en dus
voor de werkgelegenheid in brede zin.
De gemeente draagt per jaar 600.000 bij aan het fonds en het is meer dan logisch om van de
ondernemers een eigen bijdrage te vragen, waarvoor de reclamebelasting een goed middel is. Er zijn
stappen gezet om een ondernemersfonds op te richten en je moet het ijzer smeden als het heet is.
De voorliggende overeenkomst biedt goede waarborgen; er is een evaluatie gepland in 2018 en
tussentijds wordt de vinger aan de pols gehouden.
Fractie PvdA vindt het essentieel dat de ondernemers en de vastgoedeigenaren een gezamenlijke
verantwoordelijkheid voor de binnenstad voelen, waarin de gemeente ook participeert.
De heer Van der Horst (BOB) vraagt wat de verandering is ten opzichte van de vorige keer dat het
ondernemersfonds werd gelanceerd, waar fractie PvdA tegen was.
De heer Van der Velde (PvdA) verwijst naar de eerder genoemde argumenten, de stappen die zijn
gezet in Breda Next, de manier waarop het ondernemersfonds is vorm gegeven en de
reclamebelasting.
De heer Van der Horst (BOB) merkt op dat het college benoemd heeft dat ondernemers precies
wisten waar ze aan toe waren met de OZB en de heffingen en dat er voorlopig geen verhoging zou
komen, maar dit is een verhoging van de lasten.
De heer Van der Velde (PvdA) antwoordt dat de reclamebelasting teruggaat naar de ondernemers,
die zelf kunnen beslissen over het ondernemersfonds. Dat is duidelijk anders dan de zaken die door
de heer Van der Horst (BOB) worden genoemd.
De heer Planken (WD) geeft aan dat fractie WD een groot voorstander is van een
ondernemersfonds. De fractie vindt het goed dat de hele binnenstad erbij betrokken is, geen aparte
gebieden maar één gebied met verschillende kenmerken en één doel: een bruisende binnenstad.
Fractie WD vraagt zich af waar we zouden zijn als ondernemers en wethouder Bergkamp de
handschoen niet hadden opgepakt.
Het geld komt volledig ten goede aan het fonds van en voor ondernemers waarbij wethouder Adank
het fonds ondersteunt met een soort bonus. De fractie ziet dat er geleerd is van ervaringen elders en
uit het verleden.
Er zijn voldoende waarborgen om het geld goed te besteden en de fractie gaat er vanuit dat het
college en het bestuur van de stichting er alles aan doen om ook degenen die wat minder enthousiast
zijn toch actief te betrekken.
De WD wenst de ondernemers veel succes en kan van harte instemmen met dit voorstel.
De voorzitter feliciteert de heer Planken (WD) met de inhoudelijke maiden speech die hij heeft
gehouden.
De heer Rutten (CDA) geeft aan dat fractie CDA voorstander is van een ondernemersfonds maar
vindt dat initiatieven daarvoor uit de ondernemers zelf moeten komen. Zij moeten beslissen over het
fonds. Het voorliggende voorstel voldoet daar niet aan. Fractie CDA twijfelt of er voldoende draagvlak
is. Er is geen stemming geweest, de animo is tijdens informele bijeenkomsten gepolst.
Overigens is fractie CDA bang dat ondernemers die zich positief hebben uitgelaten in de
veronderstelling zijn dat de 600.000 die de gemeente in het vooruitzicht heeft gesteld naar het
ondernemersfonds gaan.
Fractie CDA vindt ook dat de ondernemers onvoldoende zeggenschap hebben over de bijdrage die ze
moeten betalen; die wordt door de gemeenteraad vastgesteld. Een vereniging was een meer
voordehand liggende vorm geweest maar er is gekozen voor een stichting met een getrapte structuur.
De heer Van der Velde (PvdA) vraagt de heer Rutten (CDA) hoe hij het verklaart dat een
vertegenwoordiger van winkeliersvereniging Oranje-Zuid als inspreker in de commissie heeft gezegd
het een goed instrument te vinden.
De heer Rutten (CDA) heeft betrokkene horen zeggen dat hij lid is van een zeer actieve vereniging en
dat andere verenigingen minder actief zijn. In dezelfde commissievergadering heeft de voorzitter van
het fonds gezegd dat het nog maar de vraag is of er bij stemming een meerderheid is.
Fractie CDA zet ook vraagtekens bij de juridische houdbaarheid van het plan en vraagt zich af of het
gezien kan worden als verboden staatssteun en verwijst daarvoor naar de memorie van toelichting bij
de BIZ-wet. Fractie CDA is van mening dat er mogelijk sprake van staatssteun kan zijn omdat de
gemeente, een overheidsinstantie, de middelen voor het fonds ophaalt. Het geschiedt niet
aantoonbaar op initiatief van de ondernemers. Het idee komt van de gemeente en personen die