218
De wethouder schetst de herzieningen van de PGB's jeugdzorg: de zorgvrager en de CJG-er brengen
samen de zorgvraag in beeld; er wordt een plan van aanpak opgesteld, waarin vastgesteld en
toegelicht wordt welke elementen voor een gemeentelijke bijdrage in aanmerking komen. Die bijdrage
kan bestaan uit zorg in natura of uit een PGB. Bij twijfel wordt het Regionaal Adviesteam ingeschakeld
en eventueel deskundige derden zodat uiteindelijk de beschikking goed en zorgvuldig tot stand komt.
Wat wel en niet kan wordt bepaald door de beleidskaders Jeugdhulp, de verordening Jeugdhulp en
het onderliggend uitvoeringsbesluit Jeugdhulp. De beschikking staat open voor bezwaar. De
onderliggende documenten staan op de website maar zullen daar beter vindbaar op gezet worden.
WLZ-criteria zijn in het hele proces niet aan de orde.
Er zijn dit jaar 1000 aanvragen voor Jeugdzorg afgerond. In 4 gevallen was achteraf mediation nodig
en slechts in 1 geval is een gang naar de bezwarencommissie gemaakt. Dat is 1 promille, een goed
resultaat wat is bereikt door zorgvuldig samen te werken.
De beschikking wordt gebaseerd op het uitvoeringsbesluit en de verordening Jeugdhulp, waarbij
artikel 10 - en specifiek lid 4- van de verordening en artikel 3 van het uitvoeringsbesluit leidend zijn. De
genoemde zinsnede komt van een lijst die de CJG-ers gebruiken uit een soort toolbox die
samengesteld is om hen goed uit te rusten voor de keukentafelgesprekken. Het is een
vergoedingenlijst waarin voorbeeldteksten staan van landelijk veel gebruikte zinnen, die ook in de
WLZ en AWBZ voorkomen en duidelijk herkenbaar zijn voor de Sociale Verzekeringsbank, betalende
instellingen, commissies, juristen et cetera. Praten over deze lijst hoeft niet, het is een plastische
vertaling die in het hele land gangbaar is. Het is de bedoeling en de verwachting dat alle
beschikkingen in december afgerond zijn zodat elk kind ook in 2016 de zorg krijgt die het nodig heeft.
Daarnaast heeft de wethouder altijd nog zijn discretionaire bevoegdheid en de hardheidsclausules
maar tot nu is daar geen enkele aanleiding voor. De wethouder wil de lijst openbaar maken als de
raad daar behoefte aan heeft.
Mevrouw Groeneweg (CDA) vraagt om een schorsing zodat de wethouder of een ambtenaar kan
laten zien waar in het uitvoeringsbesluit de betreffende passage staat.
De voorzitter schorst de vergadering.
SCHORSING
De voorzitter heropent de vergadering.
Mevrouw Groeneweg (CDA) constateert dat de bedoelde passage niet aangewezen kan worden in
het uitvoeringsbesluit en herhaalt de tweede vraag: erkent u dat fractie CDA op het verkeerde been is
gezet? Uit de beantwoording heeft de fractie begrepen dat de lijst niet openbaar is, ouders kennen de
lijst niet. Fractie CDA is van mening dat de toewijzingen op ondoorzichtige gronden hebben plaats
gevonden en vraagt nogmaals of de wethouder bereid is te spreken over de lijst en de mate waarin de
lijst aansluit bij de letter en de geest van het uitvoeringsbesluit en de verordening. Tevens vraagt
fractie CDA of de wethouder bereid is in alle gevallen waarin de aanvragen op 3 december 2015 niet
naar tevredenheid van de aanvrager zijn beantwoord de geldigheid van de toewijzing te verlengen tot
1 mei 2016 zodat het CJG de dossiers naar aanleiding van de discussies opnieuw kan bezien.
De voorzitter constateert dat er drie aanvullende vragen zijn:
- bent u het ermee eens dat fractie CDA op het verkeerde been is gezet?
- hoe gaat u met de lijst om?
- bent u bereid om daar waar bezwaar is gemaakt tegen de beschikking de toezegging te verlengen
tot 1 mei 2016?
Mevrouw Groeneweg (CDA) merkt op dat mensen die een beschikking hebben ontvangen geen
bezwaar hebben gemaakt omdat ze dachten dat het geen zin had.
De voorzitter concludeert dat de vraag breder gesteld wordt.
De heer Boulakjar (D66) stelt voor deze discussie in het casuïstiekoverleg te voeren en vaker een
casuïstiekoverleg te hebben om oplossingen te zoeken voor dit soort zaken.
Mevrouw Vermeer (WD) vraagt waarom de raad zich in een lopende uitvoeringskwestie zou mengen
die ziet op individuele gevallen.
De heer Uijl (SP) geeft aan dat het uitvoeringsbesluit heel simpel en snel te vinden was met Google.
Fractie SP is van mening dat nu een casus besproken wordt. Er is onlangs casuïstiekoverleg geweest,
toen was deze casus bekend maar is niet ter sprake gekomen. De fractie vindt het een kwalijke zaak
dat dit middel ingezet wordt om individuele zaken te bespreken. De lijst is een uitvoeringskwestie en
de raad gaat over hoofdlijnen. Als Mevrouw Groeneweg (CDA) geen vertrouwen heeft verzoekt fractie
SP haar die vraag op tafel te leggen. De fractie ziet geen reden om verlenging van de toewijzingen
hier in stemming te brengen.