daarvan. Hoe is het gelukt om mensen uit de bijstand te krijgen? Ze heeft zich hard gemaakt voor een
onderzoek naar de succesfactoren zodat anderen daar ook weer van konden profiteren.
En ze wilde steeds blijven leren van de praktijk. Die echte pure liberale Hanneke was ook te
herkennen als ze de volgende Hanneke-truc uithaalde want ze deed het niet alleen in de fractie,
Thierry, maar ze deed het ook in de raad van tijd tot tijd, waarbij ze dan zei "welk probleem lossen we
eigenlijk met dit raadsvoorstel op?" "Zijn wij als overheid degene die de problemen op moet lossen?"
Simpele vragen die vaak de mensen die met vuur en vlam het voorstel verdedigden - of dat nu
wethouders waren of andere raadsleden - vaak met de mond vol tanden liet staan. Waar anderen te
vaak te zeer gefocust waren op de inhoud van een raadsvoorstel, op een detail, wat dan uitvergroot
werd en waar minutenlang over gesproken werd en daarmee soms het overzicht miste, kon Hanneke
er echt boven hangen, boven een voorstel hangen, zorgen voor een helicopterview.
En ze was voor niemand bang, het maakte niet uit wie er voor haar stond, ze stond voor haar zaak.
Een ander raadslid, een wethouder, een burgemeester, een commissaris van de koning, heb ik
begrepen, het maakte niet uit want ze wist het beter dan de commissaris van de koning toen zij
voorzitter was van de vertrouwenscommissie. En ik heb het gevoel dat ze gelijk had, niet vanwege de
uitkomst, laat dat helder zijn. Hanneke was voor niemand bang en ze stond voor de zaak.
En vaak ging de discussie met Hanneke dan als volgt verder, als de gesprekspartner te lang aarzelde
of geen pasklaar antwoord had, dan pakte Hanneke snoeihard door met de volgende zin of er een
variant daarop "We bemoeien ons met problemen waar we als overheid eigenlijk niet over gaan.
Waarom laten we het niet aan de samenleving over, of misschien nog wel beter, waarom laten we het
niet aan de markt over?" En dan was het vaak stil.
Ook zo consequent was Hanneke in het scherper krijgen van een discussie of betoog. Daarbij maakte
ze het haar gesprekspartners, haar debatpartners, nooit gemakkelijk. Ze was altijd kritisch, speelde
vaak de advocaat van de duivel in de ambitie en de wens om te kijken wat mensen echt dreef en te
gaan kijken hoe voorstellen wellicht nog beter zouden kunnen worden. Wat waren eventueel zwakke
plekken in een betoog, wat waren drogredenen, wankele argumenten om te zorgen dat het
vooroordeel zou verdwijnen en het echt over de inhoud zou gaan. En niet zelden hielp dat het verloop
van een debat of dat nu in de eigen fractie, in de raad of in de commissie was. Ze had heel veel
plezier in het debat maar misschien had ze nog wel meer plezier in het leiden van een commissie of
het leiden van een raadsvergadering. De commissie Maatschappij was lange tijd haar ding, er werd
heel veel ingesproken en wat vond ze het mooi om mensen die misschien wel een beetje onder de
indruk waren van deze omgeving op het gemak te stellen, ervoor te zorgen dat ze als inspreker hun
verhaal konden houden, dat ze hun mening kenbaar konden maken. Heel veel insprekers zijn door
Hanneke hier op het gemak gesteld. Ze zorgde ervoor dat iedere inspreker tot zijn recht kwam zonder
de eigen vergadering daarmee uit de hand te laten lopen. Ze vond het heerlijk om te doen, het hoefde
niet persé te betekenen dat insprekers en college- en raadsleden een gemakkelijk avondje hadden
want zonder aanziens des persoons had iedereen recht op een dosis kritische opstelling van
Hanneke. Als een spreekbeurt niet bijdroeg tot een goed debat kreeg iedereen dat te horen vanuit
haar rol als voorzitter.
Ze kon het goed, met die kritische opstelling. Maar ze was altijd enorm betrokken bij de raad en de
raadsleden. Jullie kennen wellicht allemaal nog het prachtige incident toen ze de vergadering van
Maatschappij leidde bij een heel verhit debat en op enig moment vond ze dat het debat niet goed
verliep en drukte spontaan, zittend op de stoel van de voorzitter, op een knopje en riep "voorzitter" en
ze kwam er na enige seconden achter "oh dat ben ik zelf". Zo betrokken was ze bij het debat en bij de
manier waarop het debat verliep.
Hanneke leefde vele levens in een. Haar politieke leven was er daar slechts een van. Dat hebben we
ook bij de herdenking in de kerk in Ginneken gezien. Politiek is belangrijk voor Hanneke maar
Hanneke had nog meerdere levens en het leven voor haar kinderen en haar partners was uiteindelijk
het meest belangrijke voor haar. Ze hield van de politiek dus het politieke leven was weliswaar niet het
belangrijkste, maar ook niet onbelangrijk. Maar wel eentje die naast die andere echt belangrijke zaken
echt moest worden gepland. En dat het plannen niet altijd gemakkelijk is, ook niet voor Hanneke, dat
is evident. Zelf had ze er overigens weinig last van want met een grote dosis van charme,
zelfvertrouwen en praktisch inzicht hield ze de vele ballen in de lucht en wist ze ook mensen af en toe
wel een klein beetje te gebruiken. Want elke uurtje van de dag moest worden gebruikt, door Hanneke,
voor Hanneke, ook de late uurtjes. Dat betekende dat zaken soms kort van tevoren voorbereid
moesten worden en vanwege haar constante race tegen de klok moest je maar wennen aan het idee
dat Hanneke vlak voor de vergadering binnenkwam, nog gauw wat at, handen schudde, lachte en
hup, in de voorzittersrol kroop, alsof ze al uren binnen was. Want als ze eenmaal daar zat, of het op
de plek was van de voorzitter of op de plek van de raad, zat ze er als vanzelfsprekend terwijl ze
enkele minuten geleden nog had ge-smsd aan iemand van de griffie "hé, hebben jullie misschien een