31 Een verordening moet uiteraard de wet volgen en volstrekt duidelijk zijn voor zorgverleners en voor zorgvragers. Als het CJG het in de praktijk wel goed uitvoert is de uitvoering afhankelijk van personen. Als de verordening niet volstrekt duidelijk is moet die tegen het licht gehouden worden en aangepast worden, het liefst samen met de regiogemeenten. Fractie GroenLinks zal beide moties steunen. De heer Uijl (SP) complimenteert mevrouw Groeneweg (CDA) voor de vasthoudendheid en sluit zich aan bij de vraag die mevrouw Vermeer (WD) heeft gesteld. De wethouder gaf aan dat herziening van de verordening voor juni 2016 lastig gaat worden. De fractie vraagt de wethouder wat herziening kan betekenen voor de lopende contracten en wacht deze beantwoording af alvorens de vragen van fractie CDA te beantwoorden. Mevrouw Giebels (PvdA) is onder de indruk van het doorwrochte verhaal maar vond het wel ingewikkeld terwijl er gevraagd wordt om duidelijkheid. Fractie PvdA sluit zich aan bij motie 1Met betrekking tot motie 2 wil de fractie van de wethouder horen wat de reden is waarom de gemeente aanstuurt op ZIN, als dat zo is. Omissies en onduidelijkheden kunnen leiden tot het niet verlenen van de juiste zorg maar we moeten ook vertrouwen hebben in de mensen die de verordening uitvoeren. Reactie van de vragensteller Mevrouw Groeneweg (CDA) wil wegblijven van de discussie of de verordening wel of niet aan de wet voldoet, maar het is duidelijk dat de verordening lacunes vertoont. Dat betreft met name de begeleiding bij participatie, de behandeling bij participatie en de ambulante behandeling van ontwikkelingsproblemen van kinderen van 8-18 jaar. Dat is niet geregeld en dat moet wel volgens de wet. De juriste houdt een slag om de arm omdat dit in een algemene voorziening geregeld kan zijn, dan is er geen individuele voorziening noodzakelijk. Maar dat is in de praktijk niet zo. Als de deadline eind van het jaar wordt vertoont de verordening nog bijna een jaar lacunes. De vraag is hoe de wethouder dat denkt op te lossen. Hebben we met zijn allen zitten slapen bij het vaststellen van de verordening? Het was een heel grote verandering en voortschrijdend inzicht kan soms leiden tot aanpassingen van verordeningen. De vraag die aan de juriste is gesteld is: mag de verordening zeggen dat bijvoorbeeld vanwege efficiency of vanuit een betuttelende houding ZIN beter is. Dat mag dus niet, het moet als gelijkwaardige voorzieningen worden aangeboden. Dat wordt ook door de wethouder erkend. Er is vertrouwen in de mensen die de verordening uitvoeren maar als er iets mis gaat, en er zijn dingen mis gegaan, komt Beroep en Bezwaar terug op de verordening. Daarom is het belangrijk om de verordening aan te passen. Reactie van het college Wethouder Van Lunteren geeft aan dat contraexpertise juist datgene is wat de acht gemeentes in de evaluatie willen doen. Het eerste jaar is een zoektocht geweest. De wet, die niet op alle fronten even duidelijk is, moest vertaald worden in een werkbaar document. In de praktijk blijkt dat de uitvoering gebeurt zoals die zou moeten maar sommige zaken kunnen anders geïnterpreteerd worden. De verordening moet aansluiten bij de praktijk en bij de bedoeling die we voor ogen hebben. Dit moet een zorgvuldig proces zijn. De voorzitter wijst op de vraag of er problemen komen in de tussentijdse periode tot herziening van de verordening. Wethouder Van Lunteren komt daar nog op terug. ZIN heeft veel voordelen, er zijn inmiddels 160 aanbieders in een dynamisch selectiesysteem. Gezinnen worden gewezen op het brede aanbod van ZIN en dat het hen veel administratie scheelt maar het staat hen vrij om voor een PGB te kiezen. Er wordt wel zorgvuldig gekeken of het gezin in staat is om een PGB te beheren en verstandige keuzes te maken. De gelijkwaardigheid is er en het is aan de raad om die al of niet te bekrachtigen met een motie. De aanbieders hebben hun aanbod opgebouwd op basis van de verordening en als we op onwettigheden stuiten moet de verordening aangepast worden in een zorgvuldig proces met de andere gemeentes. Als Breda alleen verder gaat wordt de dynamiek in de regio gemist en de kans om op te lopen met dezelfde aanbieders die nu een contract hebben. De wethouder verzoekt om ruimte om een doorwrocht stuk te kunnen presenteren wat voldoet aan de wet en de lessen die uit de praktijk zijn geleerd. Tweede termijn Mevrouw Vermeer (VVD) concludeert dat het college aangeeft dat het werkende weg goed is om een open vizier te houden en dat dit een nieuwe taak is waarbij de kwaliteit het allerbelangrijkst is. De fractie vindt het goed om het college de ruimte te geven om de kwaliteit te waarborgen. Fractie VVD vraagt de termijn in de motie aan te passen naar zo spoedig mogelijk of naar 1 januari 2017.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 6