55
De heer Maes (SP) merkt op dat keer op keer weerlegd is dat er een onveilige situatie is en vraagt of
fractie CDA de rekening naar de gemeente toe wil trekken.
De heer Elbertse (CDA) antwoordt dat jarenlang de discussie is dat NAC het onderhoud moet doen
maar NAC kan dat gezien de financiële situatie niet. De gemeente is als eigenaar van het stadion
verantwoordelijk voor de veiligheid. Er is niet persé een onveilige situatie maar de liftschacht voldoet
niet aan de gestelde eisen. Dit is een prioriteit die al in 2010 is gesteld.
De heer Ernst (WD) merkt op dat dit in het meerjaren onderhoudsplan thuishoort. In de
aanbevelingen wordt geadviseerd om alles in het geheel te bekijken en in de breedte gesprekken aan
te gaan. Fractie WD pleit ervoor om dit mee te nemen bij de uitwerking van de scenario's en om niet
ad hoe een besluit te nemen.
De heer Elbertse (CDA) antwoordt dat het rapport dit ene punt, de liftschacht, eruit haalt. In 2012 is al
geconstateerd dat de liftschacht niet veilig is en is het besluit genomen dat in fase 3 te verhelpen maar
fase 3 is niet tot uitvoering gekomen. Fractie CDA denkt dat het de verantwoordelijkheid van de
gemeente is omdat het om de veiligheid gaat.
De heer Van het Hof (D66) merkt op dat in het verleden de boekwaarde van het stadion verhoogd is
waarmee NAC eigenlijk een soort doorlopend krediet kreeg en vraagt of fractie CDA van mening is dat
deze werkwijze voortgezet moet worden. Of moet in de scenario's bekeken worden hoe dit opgelost
kan worden en bij NAC in rekening gebracht kan worden, wat hoort bij een zakelijke relatie.
De heer Elbertse (CDA) is blij dat deze vraag gesteld is. Ook fractie CDA onderschrijft de conclusies
en aanbevelingen van het rapport maar vindt dat er van een realistisch scenario uitgegaan moet
worden. De oorzaak van de verstrikking en verstrengeling ligt bij het feit dat de gemeente wil dat NAC
betaalt en NAC kan niet betalen.
De heer Van het Hof (D66) vraagt of fractie CDA vindt dat dit in een scenario meegenomen moet
worden.
De heer Elbertse (CDA) antwoordt dat in eerdere scenario's is vastgesteld dat NAC niet aan de
financiële verplichtingen kon voldoen maar wil daarmee niet zeggen dat de gemeente het onderhoud
moet doen. Wel dat daarover een discussie gevoerd moet worden.
De heer Van der Velde (PvdA) vraagt of fractie CDA dit stuk groot onderhoud niet ziet als een stap
verder in de verstrikking en verstrengeling.
De heer Elbertse (CDA) antwoordt dat het voorstel van fractie SP daarom zo interessant is.
De heer Ernst (WD) is van mening dat het raadsvoorstel beoogt om met de uitwerking van de
scenario's dieper met elkaar in gesprek te gaan en verzoekt fractie CDA de motie in te trekken.
De heer Elbertse (CDA) geeft aan daar anders naar te kijken.
Reactie van het college
Wethouder Arbouw is blij dat de resultaten van het rapport van Necker van Naem verzilverd kunnen
worden. Het college heeft bij het debat in de commissie Bestuur helder aangegeven tevreden te zijn
over de aanbevelingen in het rapport en kan met het voorliggend raadsvoorstel goed uit de voeten.
Echter het advies van het college is om niet 1 januari 2017 als ingangsdatum voor het nieuwe model
aan te nemen maar voor 1 januari 2017 de keuze te maken en tot medio 2017 de tijd te nemen voor
implementatie.
Het college kan geen standpunt innemen ten aanzien van motie 1.
De heer Vuiik (Breda'97) merkt ter verduidelijking op dat de vraag niet aan het college maar aan de
raad is gesteld.
Wethouder Arbouw wil de motie in de huidige formulering ontraden. Het college vindt nader
onderzoek niet nodig om tot een goed proces voor de uitwerking van de scenario's te komen en is
altijd bereid aanvullende informatie te verstrekken als zaken niet helemaal helder zijn.
De heer Vuiik (Breda'97) is van mening dat de wethouder geen voorsortering aan de raad hoeft te
geven door de motie te ontraden en vindt dat de wethouder voor zijn beurt heeft gesproken.
De voorzitter geeft aan dat duidelijk in de Gemeentewet staat dat het het college vrij staat om te
reageren op een voorliggend amendement.
De heer Vuiik (Breda'97) is van mening dat het hem vrij staat om zijn opvatting daarover te geven.
Wethouder Arbouw geeft aan dat het voor het college makkelijker zou zijn als de lijn helder
geformuleerd wordt in de tweede termijn.
Bij de scenario-ontwikkeling is het belangrijk om kennis te hebben van de historische feiten omdat het
een complexe zaak is die over een lange periode gaat en over een grote stapel documenten.
De aankoop van het stadion is niet vanuit gemeenschapsgelden gebeurd maar is een
financieringsmodule geweest die is doorvertaald in de huur. Er moet voorzichtigheid worden betracht
met deze bewoordingen en conclusies omdat die een eigen leven kunnen gaan leiden.