102 Wethouder De Bie antwoordt dat onderzoek een evaluatie van de huidige werkwijze zou zijn en hoe die verbeterd kan worden. Dat wordt continu gedaan. De heer Aartsen (VVD) merkt op dat in de motie een aantal ideeën van ondernemers worden genoemd. Fractie VVD ziet daar wel wat in en zou graag hebben dat het college daar onderzoek naar doet. Wethouder De Bie antwoordt dat het college te allen tijde bereid is hierover met deze ondernemers in gesprek te gaan. Motie 17 is voor het college overbodig. De wethouder heeft in de commissie al toegezegd de raad op de hoogte te houden hoe de realisatie van garantiebanen gestimuleerd wordt. Er lijkt overigens een positieve kentering te zijn. Omdat detacheringen meegeteld mogen gaan worden groeit het aantal in Breda alleen al met 13. Social return gaat over de inclusieve arbeidsmarkt en het realiseren van banen. Zoals motie 2 geformuleerd is, is dat voor het college te algemeen. Het college is aan het kijken wat voor creatieve mogelijkheden er zijn maar wel gericht op het realiseren van werk voor mensen die nu aan de kant staan. In het najaar komt een voorstel over social return naar de raad wat op regionaal niveau afgestemd wordt. Fractie SP vroeg het armoedebeleid te agenderen. Dat is ter kennisgeving aan de raad gestuurd als ondersteuning voor het beleidsplan Schuldhulpverlening. Het staat de raad vrij dat te agenderen voor een volgende commissie- of raadsvergadering. De kosten voor gezinnen waarvan meerdere kinderen cursussen volgen bij de Nieuwe Veste zijn best ingewikkeld. Het college heft ingezet in de breedte, op scholen en in wijken en heeft de Nieuwe Veste gevraagd daar middelen voor vrij te maken. Daar is op ingespeeld met kortere lessen en groepslessen. Er wordt 25% korting gegeven bij muzieklessen op fanfares. Er zijn maatregelen genomen en het college kan de motie van fractie Breda'97 niet steunen. Volgende week wordt een raadsbrief verstuurd met informatie over het proces rondom Mezz. Mezz heeft een plan gepresenteerd, wat voor de zomer toegelicht wordt in een informatiebijeenkomst voor de raad. Voor het plan voor de Vrede van Breda gaat het college uit van 200.000 financiering vanuit externe fondsen. Het college vindt motie 16 overbodig omdat de wethouder al toegezegd heeft een verkenning te gaan doen en de resultaten van kostenreductie en de duurzaamheidsresultaten te delen met de raad en te kijken in hoeverre partijen gefaciliteerd kunnen worden om een concrete aanpak te realiseren. Wethouder Adank geeft aan dat in het bestuursakkoord een passage staat dat gekeken wordt naar onder andere het locatiebeleid en subsidiebeleid van evenementen. Daar valt ook Top Dienstverlening onder. Binnen de gemeente zijn ongeveer 90 mensen betrokken bij evenementen. Daarom is in een eerder stadium gezegd dat er een coördinator nodig was om verbinding te maken, intern en extern. De complexiteit zit in de verschillende rollen: enerzijds de rol van de burgemeester in openbare orde en veiligheid die feitelijk de vergunningverlener is en anderzijds de rol van het college voor programmering, beleid en randvoorwaarden waaraan de vergunning moet voldoen. Vanuit die twee perspectieven zijn er twee coördinatoren aangesteld die zeer frequent met elkaar overleggen en met elkaar optrekken richting evenementenorganisatoren. Dat betekent niet dat het altijd gaat zoals een organisator zou willen. 'Nee' blijft 'nee' als brandweer, geneeskundige dienst of politie dat adviseren. Met Top Dienstverlening wordt gekeken om barrières tussen de evenementenorganisaties en de interne organisatie te beslechten. Het college leest motie 1 als een ondersteuning van een reeds ingezette lijn en in die zin is de motie overbodig. Er wordt de suggestie gewekt dat er voor de St. Annastraat een voldragen plan lag wat met bewoners en ondernemers is besproken. Het tegendeel is waar. Nadat de suggestie gedaan is, is de wethouder in gesprek gegaan met bewoners en ondernemers om te kijken wat de essentie is van de vraag die zij stellen. Er komen twee dominante zaken naar boven: 1De hoeveelheid verkeer die door de straat gaat en 2. De snelheid waarmee zij denken dat door de straat gereden wordt. Er zijn twee verschillende metingen geweest waarbij bleek dat er niet te hard gereden werd. De hoeveelheid verkeer zou naar beneden moeten. Een groot deel is bestemmingsverkeer wat gelegenheid moet houden om te kunnen parkeren op eigen terrein. Een ander groot deel zijn de bezoekers van de Nieuwe Veste die voor de deur afgezet worden. De wethouder is in gesprek met de Nieuwe Veste over een kiss ride aan de kopse kant van de straat. De taxatie is dat dit een kwart tot een derde zou ondervangen. Deze cijfers moeten nog onderzocht worden voor een fysieke afsluiting. Eerst moeten de minste maatregelen genomen worden, dan meer radicale. Notulen gemeenteraadsvergadering d.d. 16 juni 2016 Pagina 102

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 20