208
Never geld in hun eigen portemonnee zodat ze zelf hun onderneming kunnen stimuleren en als je die 750
teruggeeft aan de ondernemers kunnen zij investeren en hoeft het college dat niet te doen.
De heer Van het Hof (D66) vraagt zich af of de heer Van der Horst (BOB) het over zichzelf heeft omdat hij een
specifiek bedrag noemt, 750.
De heer Van der Horst (BOB) betaalt ongeveer 3000 WOZ maar bedoelde de 750.000 die in de
economische impuls wordt gestopt.
De heer Aartsen (VVD) heeft met fractie BOB regelmatig van gedachten gewisseld over de OZB en als fractie
BOB op een punt geen kritiek kan hebben is dat het feit dat de OZB verlaagd wordt. De OZB voor de
ondernemer die in zijn eigen huis woont wordt verlaagd. De OZB die de ondernemer voor zijn pand moet
betalen stijgt niet meer dan de inflatie. Fractie BOB heeft in 2014 de begroting gesteund die tientallen procenten
stijging voor de OZB invoerde.
De heer Van der Horst (BOB) herhaalt graag de woorden van fractie WD: OZB, weg ermee en een motie
daarvoor kan op de steun van fractie BOB rekenen.
De heer Aartsen (VVD) houdt het voorlopig op ieder jaar minder OZB.
De heer Van der Horst (BOB) merkt op dat bij financiën onder het weerstandsvermogen bij het sociaal domein
ook het Ambachtshuis staat maar ziet dat in vitaal en sociaal Breda niet terug en ook niet bij leren, ontwikkelen
en werken.
In sociaal en vitaal Breda stelt het college als ambitie dat begrippen als doelgroepen en wettelijke taken niet
langer centraal staan. Twee zinnen later is er sprake van sport en cultuur voor alle doelgroepen. Hoe kan dat
uitgelegd worden?
In vitaal en sociaal Breda ziet fractie BOB bij de gerelateerde producten de re-integratie. Veel ondernemers
gebruiken de term "binnen anderhalve maand een nieuwe baan" en daarvan ziet fractie BOB weinig terug bij de
gemeente.
Twee jaar geleden nam het college het voorstel van BOB over om werkgevers te betrekken bij de begeleiding
van werkzoekenden en een halfjaar geleden werkte het college dat voorstel uit. Fractie BOB is verheugd dat in
de begroting 2017 terug te zien.
In sociaal en vitaal Breda staat onder de gerelateerde producten ook de schuldhulpverlening. Fractie BOB kan
zich niet vinden in het meerjarenplan waarin de gemeente de schulden overneemt en de schuldeisers vraagt de
schulden kwijt te schelden maar die schulden dan zelf wel gaat innen bij de schuldenaren. Dat vindt BOB
onrechtvaardig.
In ondernemend Breda staat onder ambities de term doelgroepen terwijl die term in sociaal en vitaal Breda niet
langer centraal staat. Hoe kan dat?
In ondernemend Breda staan onder het thema stimuleren economische ontwikkeling enkele landelijk verplichte
indicatoren waar de gemeente niet op gaat sturen. Houdt dat een waardeoordeel in van het college over het nut
van deze indicatoren?
De voorzitter concludeert dat fractie BOB twee moties indient:
- motie 50 Het wérkelijke Stadsbestuur, aan de muur!
- motie 51 Middelen voor een nieuwe ingang van De Nieuwe Veste naar de Oude Vest
Deze moties maken deel uit van de beraadslagingen.
Fractie VPB
De heer Lemaire (VPB) vindt dat heel de begroting draait om de stad en af en toe komt er ergens het woordje
"dorp" om de hoek kijken. De begroting is met haar continue focus op de stad misschien wel aanmatigend voor
ongeveer 25% van de inwoners, mensen uit Bavel, Effen, Ginneken, Princenhage, Prinsenbeek, Teteringen en
Ulvenhout die de indruk kunnen krijgen dat politiek en ambtelijke organisatie vooral gericht zijn op het centrum.
De heer (PvdA Van der Velde) merkt op dat de begroting ongeveer 600 miljoen beslaat en vraagt of fractie
VPB enig idee heeft wat daarvan naar de dorpen gaat en de wijk Princenhage die in 1943 werd toegevoegd aan
de gemeente Breda. Is het niet zo dat als mensen in de dorpen de indruk krijgen dat de raad zich niks aan hen
gelegen laat liggen, dit komt door dit soort opmerkingen van fractie VPB?
De heer Lemaire (VPB) is het daar niet mee eens en vraagt fractie PvdA om in die dorpen te gaan praten. In
de raad wordt vaak gezegd "we zijn de 9e stad van Nederland". Dat zijn we niet, we zijn de 14® stad van
Nederland en we zijn wel de 9e gemeente.
De heer Van der Velde (PvdA) vindt dit het Calimero-effect; dat is voor kinderen. Als mensen in de dorpen dit
vinden zouden ze zich trots kunnen tonen en zeggen "wij zijn ook van Breda". Wat is het probleem?
De heer Lemaire (VPB) denkt dat die trots er zeker is. Vanaf 1997 is het aantal Prinsenbeekse vlaggen aan
huizen toegenomen ten opzichte van de periode ervoor. Dat gevoel van identiteit is er maar ook het gevoel van
miskenning. Het is "hun in Breda" en daar heeft de raad een rol in.
De heer Maes (SP) is verbaasd dat fractie VPB zich opwerpt als woordvoerder van de dorpen en herinnert deze
fractie aan hun eerste wapenfeit, een motie die het Stadserf voor veel geld wilde verbouwen. Nu verwijt deze
fractie het college dat het alleen maar over de stad gaat. Wat heeft de VPB zoal bereikt voor de dorpen?
Notulen gemeenteraadsvergadering d.d. 3 november 2016
Pagina 208