220 Wethouder De Beer geeft aan dat het dictum in de motie Techno wonderland van fractie Breda'97 het college positief stemt maar het college is terughoudend over haar rol daarin. Het college ziet een rol om te verkennen waar de energie zit, bij welk bedrijventerrein. Dat moet niet top-down maar in samenwerking en het college kan verkennen welke middelen daarvoor, bijvoorbeeld bij de BOM of de provincie, beschikbaar zijn. Als het op deze manier uitgelegd mag worden zal het college de motie zeker niet ontraden. Wethouder Arbouw stelt in antwoord op de vraag van fractie WD over hun toekomstvisie voorop dat het belangrijk is om een stip aan de horizon te hebben voor de ontwikkeling van de stad en de regio. Via Breda was er in deze vorm nooit gekomen als niet voor het jaar 2000 een ambitieuze visie door het college was geformuleerd. In het coalitieprogramma is de ambitie aangegeven om een scherpe focus te formuleren voor de verdere ontwikkeling van de stad. Daarvoor wordt onder andere, onder leiding van wethouder Adank, het Verhaal van Breda geformuleerd. Daarnaast moeten we voor de implementatie van de nieuwe Omgevingswet in 2019 komen tot een nieuwe omgevingsvisie; dat is wettelijk verplicht. Onderwijl worden bij de verdere stappen van Via Breda een aantal visies ontwikkeld, bijvoorbeeld voor het Havenkwartier aan de ene kant. Aan de andere kant is het college in gesprek met Corbion, de eigenaar van het CSM-terrein over toekomstige mogelijkheden. Dat zijn allemaal kansen langst de oevers van de Mark, weliswaar allemaal aan deze kant van de noordelijke rondweg. Medio volgend jaar komt het college met een procesvoorstel hoe we van de structuurvisie in een actualisatie kunnen komen tot een omgevingsvisie. In het debat daarover kan de ambitie van fractie VVD een plaats kan krijgen. De heer Aartsen (VVD) vraagt of de wethouder kan aangeven welk gebied die omgevingsvisie betreft, alleen het gebied onder de noordelijke rondweg of het hele gebied tot aan Terheijden langs de Markoevers. Het hoeven geen concrete plannen te zijn maar een lichte doorkijk voor de komende jaren. Wethouder Arbouw antwoordt dat de structuurvisie 2030 over het totale grondgebied van de stad gaat en het college is in gesprek met buurgemeentes om elementen voor een subregionale omgevingsvisie te formuleren. Het college kijkt naar het totaal en bij een actualisatie moet opnieuw gekeken worden waar zich wat bevindt. Zoals het er nu voorstaat gaan we nog wel uit van de compacte stad maar ook dat is onderwerp van gesprek in de raad. De heer Toeset (D66) vraagt of de wethouder kan aangeven wat de haalbaarheid is van een beweging in deze richting en het idee van de compacte stad loslaten. Wethouder Arbouw vindt de verleiding groot om daar nu inhoudelijk op te reageren maar het is verstandig om het in samenhang met elkaar en integraal te bespreken. Het college is bezig om een doorkijk te maken voor de stedelijke ontwikkeling 2035, ook die zal medio volgend jaar met de raad besproken worden en dat is ook het moment om dat in samenhang met elkaar te bediscussiëren. Wethouder De Bie geeft aan dat de schriftelijke beantwoording van een vraag over de zorgverzekeringen niet duidelijk genoeg was. De gemeente Breda heeft op dit moment twee zorgverzekeringen voor de minima. Een met een wat hogere premie waarbij in totaal 32 korting per maand gegeven wordt, wat overeenkomt met het eigen risico. Op de wat goedkopere zorgverzekering wordt 12 korting gegeven en dat is maar voor de helft toereikend voor het afdekken van het eigen risico. Er wordt onderzocht op welke manier we wellicht volgend jaar het eigen risico geheel over gaan nemen. Dat maakt niets uit voor mensen die het hele eigen risico opsouperen maar het kan in de financiële huishouding wel helpen. De wethouder komt daarop terug. De heer Aartsen (VVD) merkt op dat het eigen risico binnen ons zorgstelstel een functie heeft. Wordt de reden van dat eigen risico ook meegenomen in de afweging om als gemeente het eigen risico over te nemen? Wethouder De Bie antwoordt dat een groep inwoners het financieel erg lastig heeft en te maken heeft met hoge zorgkosten. Daar is deze maatregel ook nu al voor zodat deze mensen niet nog grotere financiële problemen krijgen. Het gaat nu om een technische uitwerking waarin je datgene waarin je gelooft en voor staat, wat gemakkelijker maakt en ervan uit blijft gaan dat mensen bewust moeten zijn van de zorgkosten. Het systeem is een regeling die in Den Haag aan de orde is. De heer Van der Velde (PvdA) vraagt of de wethouder de indruk heeft dat er mensen zijn die zorg mijden vanwege financiële problemen. Wethouder De Bie krijgt natuurlijk ook signalen dat mensen zorg mijden vanwege het eigen risico. De heer Maes (SP) vraagt of de wethouder ook wil kijken naar de oude WTCG-gelden, de Wet Tegemoetkoming Chronisch zieken en Gehandicapten. Vroeger waren dat landelijke gelden, die zijn met een korting overgeheveld naar gemeentes. Wat gebeurt daar nu mee en is nog te herleiden is waar wij die insteken? Wethouder De Bie antwoordt dat wethouder Haagh op deze vraag zal terugkomen. In de schriftelijke beantwoording op de motie Van groen worden we gezonder heeft het college gezegd wat we doen en wat de plannen zijn. Vooralsnog denkt het college dat uit de bestaande participatiemiddelen te kunnen betalen. Het dekkingsvoorstel is veranderd, dat is een afweging van de raad. De heer EIbertse (CDA) vraagt of de wethouder zegt dat er wel het nodige in gedaan wordt maar dat er meer gedaan kan worden. Notulen gemeenteraadsvergadering d.d. 10 november 2016 Pagina 220

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 9