244 De heer Van het Hof (D66) hoort fractie VVD zeggen dat ze dit niet in de APV willen regelen maar dat ze wel een aantal voorwaarden willen stellen. Zou een apart beleidskader rondom de inzet van camera's en een breder instrumentarium wel op steun van fractie VVD kunnen rekenen? De heer Zagers (VVD) ja. De heer Van het Hof (D66) vult aan dat dat bij de verordening geregeld moet worden. De heer Zagers (VVD) antwoordt dat dit amendement ergens anders over gaat en vindt dat we met dit amendement de burgemeester te veel beperkt wordt. De heer Lemaire (VPB) merkt op dat in het amendement staat dat als er sprake is van drugsoverlast en criminaliteit camera's gelegitimeerd zijn. Niet in eerste instantie, maar op het moment dat dat niet kan zijn camera's gelegitimeerd. De heer Zagers (VVD) merkt op dat het feit dat de raad hierover in discussie gaat ook wil zeggen dat op het moment dat zo'n situatie zich voordoet juristen op het stadskantoor hierover moeten discussiëren en dat duurt lang. Fractie VVD wil dat wanneer er overlast is de burgemeester dat direct kan aanpakken bijvoorbeeld door het hulpmiddel mobiel cameratoezicht in te zetten. De heer Van der Velde (PvdA) vraagt of fractie VVD meer problemen met de tekst heeft dan de regel waarin staat "telkens wordt toegelicht waarom cameratoezicht het ultimum remedium was". De heer Zagers (VVD) vindt het amendement volstrekt overbodig met de toezeggingen van de burgemeester en wil de burgemeester niet beperken in de aanpak van criminaliteit en overlast. De heer Van der Velde (PvdA) antwoordt dat het duidelijk is dat fractie WD het niet eens is met de term "ultimum remedium" maar wat vindt de fractie van de rest van de tekst? De heer Zagers (VVD) overbodig. De heer Jansen (CDA) merkt op dat als het amendement overbodig is omdat we al een toezegging hebben, de juristen ook eerst moeten nadenken of het wel juridisch correct is. De heer Zagers (VVD) denkt dat de juristen op basis van de verordening die vanavond vastgesteld wordt kijken of de burgemeester die instrumenten en middelen mag inzetten en met het amendement moeten ze kijken of het of niet hangjeugd is. De burgemeester heeft op basis van de Gemeentewet al voldoende beperkingen dus we zijn hier een probleem aan het oplossen wat er niet is. De heer Jansen (CDA) denkt dat de burgemeester ook eerst juristen moet raadplegen als hij op zijn toezegging camera's inzet en begrijpt niet waarom fractie WD nog steeds tegen is. De heer Zagers (VVD) vindt het nog steeds overbodig. We moeten de privacy in acht houden en de burgemeester heeft toegezegd dat te blijven doen maar we moeten niet op deze manier de privacy van criminelen in acht houden. Er is overlast, de raad biedt de burgemeester een mogelijkheid om op te treden en doet dat met dit amendement niet goed. De heer Van der Horst (BOB) vindt dat een overheid een conflict tussen veiligheid en privacy zo lang mogelijk moet vermijden en gelooft dat de gemeente dat ook doet maar waar dat conflict niet meer is te vermijden, zoals nu, kiest fractie BOB voor veiligheid boven privacy. De heer Jansen (CDA) is voor een veilige samenleving en daar moeten alle middelen voor ingezet worden die voorhanden zijn, blauw op straat, vaste of mobiele camera's maar deze middelen moeten geen inbreuk maken op de privacy. Het huidige voorstel geeft geen goede waarborgen vandaar dat fractie CDA het amendement heeft ondertekend. De heer Van der Velde (PvdA) merkt op dat het inzetten van camera's altijd moet gaan om een bijdrage aan de oplossing van wezenlijke problemen in situaties waarin openbare orde en veiligheid in het geding zijn. Privacy moet altijd in de afwegingen worden betrokken. Wat de burgemeester in Breda doet gebeurt binnen het kader van de wet. De wetgever stelt dat er altijd proportioneel moet worden gehandeld. De aanwijzing van een gebied moet nauwkeurig worden afgewogen, in woonwijken kan het niet permanent en het moet voor de inwoners duidelijk zijn dat cameratoezicht is ingesteld. Als er echt problemen zijn zullen de inwoners helemaal geen bezwaar hebben. De wet geeft de burgemeester dus geen carte blanche maar het is wel goed om hier gezamenlijk vast te stellen hoe de burgemeester van Breda hiermee om moet gaan, niet omdat wij geen vertrouwen hebben in het feit dat de burgemeester scherpe en goede afwegingen maakt maar omdat de raad verantwoordelijk is voor de kaders. De term "ultimum remedium" is een lastig begrip en fractie PvdA hoort graag van de burgemeester of hij daarin voldoende ruimte heeft om te handelen. Het amendement kan misschien beter een motie zijn, een beleidskader naast de verordening. Fractie PvdA vindt het vanzelfsprekend dat de burgemeester verantwoording aflegt. Naar aanleiding daarvan kan de raad concreet kijken of zij vindt dat de goede afwegingen zijn gemaakt. De heer Scheifes (GL) vindt cameratoezicht echt het sluitstuk - het moet weloverwogen worden ingezet - en heeft het amendement mede-ingediend om zo de taak als raad goed te kunnen vervullen. De heer Zagers (VVD) vraagt of fractie GroenLinks het ermee eens is dat het niet een laatste redmiddel is maar een hulpmiddel om politie en toezicht te ondersteunen. De heer Scheifes (GL) vindt dat er eerst andere middelen ingezet moeten worden voordat we de privacy van mensen aantasten. Notulen gemeenteraadsvergadering d.d. 17 november 2016 Pagina 244

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 17