262 Tweede termijn De heer Veenenbos (VVD) antwoordt op de opmerkingen van fractie GroenLinks dat we niemand dwingen. Je merkt nu dat er bij ambtenaren een soort schroom is om aangifte te doen en dan is het fijn als je je werkgever achter je hebt staan die helpt om in overleg met elkaar die keuze te maken. Dat is de strekking van de motie. De heer Uijl (SP) staat pal voor de veiligheid van ambtenaren en deze motie draagt eraan bij om die veiligheid beter te garanderen zonder dat we voorbijgaan aan de achtergrond waar veiligheid of veiligheidsgevoel vandaan komt. Het feit dat we er geen platte aangifteplicht van maken draagt alleen maar bij aan de invulling van maatwerk. Mevrouw De Nobel (GL) merkt op dat in de motie staat dat er een afweging dient te worden gemaakt om aangifte te doen of een melding te doen, dat klinkt nogal dwingend. De heer Veenenbos (WD) antwoordt dat je de keuze kunt maken, het is geen plicht om aangifte te doen maar wel een melding en daar is ook een protocol voor. De voorzitter concludeert dat daarmee duidelijk is, het is aangifte of melding doen. De heer Van den Bosch (D66) vindt het doen van een melding erg belangrijk omdat je daarmee een integraal beeld kunt krijgen. Als iemand bij een aantal instanties telkens een bepaald gedrag vertoont dan komt dat bij de politie tot uitdrukking. Daarom moet ook vanuit een meer algemeen belang melding worden gedaan. Mevrouw Bijlsma (PvdA) kan zich met die woorden ook aansluiten. De voorzitter brengt motie 4 in stemming en constateert dat de motie zonder stemverklaringen met algemene stemmen wordt aangenomen. De voorzitter brengt het voorstel in stemming en constateert dat het voorstel met algemene stemmen wordt aangenomen. VI. 7. Verordening Jeuqdhulp 2017 Eerste termijn Mevrouw Groeneweg (CDA) geeft aan dat er veel verbeterd is: hulp bij participatie kan nu, leeftijdsgrenzen zijn verdwenen, PGB en ZIN zijn gelijkwaardige alternatieven. Jeugdhulpverlening is complex en vraagt soms om onorthodoxe vormen van hulpverlenen. Een inspreker in de commissie Maatschappij betoogde dat aanbieders van onorthodoxe manieren van hulpverlening vaak onvoldoende op de hoogte zijn van regelgeving en subsidiemogelijkheden. Is de wethouder bereid te onderzoeken op welke wijze deze aanbieders ondersteuning kunnen krijgen in het opzetten van een verdienmodel en de raad hierover voor 1 februari 2017 te informeren? Fractie CDA wil de doorlooptijd verkorten en de bureaucratie verminderen door het ondersteuningsplan de beschikking te laten zijn zoals in Zandvoort, Bloemendaal en Haarlem. Daarnaast is er veel administratieve ballast die mede veroorzaakt wordt doordat elke gemeente zijn eigen eisen en werkwijze hanteert. Daarom de volgende motie. De voorzitter leest het dictum voor van motie 5 Vermindering bureaucratie in het sociaal domein: "Verzoekt het college - te bevorderen dat regiogemeenten hun inkoopcontracten met zorgaanbieders harmoniseren en vergelijkbare administratieve eisen stellen; - te onderzoeken of de werkwijze van Haarlem, Zandvoort en Bloemendaal overgenomen kan worden door alleen bij PGB en op verzoek een beschikking af te geven; - ernaar te streven uitsluitend die zaken vast te leggen die strikt noodzakelijk zijn; - de Raad op de hoogte te houden van de vorderingen en belemmeringen bij het inperken van de bureaucratie in het Sociaal Domein." Motie 5 maakt deel uit van de beraadslagingen. De heer Uijl (SP) denkt dat de motie in vergelijkbare vorm bij de begrotingsbehandeling is ingediend en vraagt zich af waarom Breda naar deze drie specifieke steden moet kijken terwijl decentralisatie het lokaal inpassen in het systeem en maatwerk leveren inhoudt. Mevrouw Groeneweg (CDA) antwoordt dat het voorstel is om specifiek dit punt over te nemen, niet alles. Het kan tot 12 weken duren voor een beschikking wordt afgegeven nadat er een ondersteuningsplan is. Dat sla je over als het plan meteen de beschikking is. De heer Lemaire (VPB) vraagt of fractie CDA een inschatting kan geven wat het bespaart aan bureaucratie of wat de cliënt gaat ervaren als je het op deze manier inricht. Mevrouw Groeneweg (CDA) antwoordt dat er€ 18 miljoen meer aan bureaucratie is sinds de decentralisaties in de jeugdzorg, alleen doordat gemeenten hele andere eisen stellen aan jeugdzorgorganisaties. Wat wij eraan winnen is, omgerekend, 180.000 waarvan we 3 fte extra zouden kunnen aannemen. De heer Planken (VVD) vraagt of fractie CDA kan uitleggen wat het verschil is met de eerder ingediende motie. Mevrouw Groeneweg (CDA) antwoordt dat in de overwegingen helder is gemaakt dat het over twee thema's gaat, het hanteren van het plan als zijnde de beschikking en de algemenere bureaucratie. De heer Boulakjar (D66) vraagt waar het om gaat, de bureaucratie af te schaffen of te zorgen dat de jeugdhulp op orde komt. Er zijn heel weinig bezwaren ingediend in de afgelopen twee jaar en fractie D66 denkt dat de jeugdhulp op orde is. Notulen gemeenteraadsvergadering d.d. 22 december 2016 Pagina 262

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 15