256 De heer Sips (PvdA) vraagt of fractie CDA daarin arbeidsmigranten uitsluit. De heer Bruijns (CDA) antwoordt nee, het is een slimme mix die passend moet zijn op deze plek. De heer Aartsen (VVD) merkt op dat er een mix van doelgroepen wordt voorgesteld maar niet welke doelgroepen. De voorzitter wijst erop dat deze vraag eerder gesteld en beantwoord is. De heer Bruijns (CDA) denkt dat deze vraag steeds gesteld wordt om een vraag over de aankoop van dit pand niet te stellen. Er is veel te snel overgegaan tot de keuze om het pand aan te kopen terwijl er ook andere scenario's mogelijk waren, bijvoorbeeld via een externe partij waarvan de gemeente kon huren. Is het college bereid dat alsnog te onderzoeken voordat ze tot aankoop overgaat? De heer Maes (SP) vindt deze snelheid een logisch gevolg van de uitvoering van de motie 50 tijdelijke woningen. De heer Bruijns (CDA) denkt dat er andere mogelijkheden zijn, zoals de tweede locatie. Aan deze locatie zijn grote risico's voor de gemeente verbonden en dit is niet goed voor de gemeentelijke vastgoedportefeuille. Reactie van het college Wethouder Van Lunteren voelt brede steun voor de aankoop van het pand wat a priori voor statushouders is omdat daar een grote druk vandaan komt op de woningmarkt. Mocht die druk in de loop der tijd wijzigen dan zou het fijn zijn als daar ook andere groepen gehuisvest kunnen worden. De wethouder wil eerst uitzoeken of dat juridisch kan met de vergunningen en ontheffingen van het bestemmingsplan en dan in goed overleg met de buurt kijken wat een goede invulling is. De heer Lemaire (VPB) vraagt waar het beleid gaat knellen als er wel gemengde groepen zijn. Wethouder Van Lunteren antwoordt dat we de opgave hebben om een grote groep alleenstaande statushouders te huisvesten. Als we dat doen in het Koetshuis, wat een mooie voorziening is, dan kunnen we 46 statushouders naar Breda halen die kunnen beginnen met integratie. Deels wachten ze op gezinshereniging, dat zal drie tot negen maanden duren. Het verlicht druk op de woningmarkt, met deze huisvesting houden we 46 woningen over op de woningmarkt. De tweede locatie ligt er mooi bij en mocht het nodig zijn dan wordt die aangezet maar het college wil eerst kijken wat alle maatregelen doen: Kesteren, het Koetshuis en het programma Woonstarten waarin gekeken wordt naar woningdelen en of studentencomplexen voor een deel ingezet kunnen worden voor statushouders. Als met alle maatregelen de druk op de woningmarkt is verlicht hebben we die locatie niet nodig, zo nee dan kan het college met de kredietvotering snel overgaan tot het invullen van die plek. Het afwegingskader is puur de druk op de woningmarkt en dat wordt met de woningbouwcorporaties gemonitord. De heer Scheifes (GL) vraagt hoe lang het college blijft monitoren. Kan de raad een toezegging krijgen dat de wethouder aan het einde van het eerste kwartaal een doorkijk geeft? Wethouder Van Lunteren wil graag op 1 maart een indicatie geven wat de maatregelen hebben opgeleverd, of er zicht op is dat we eind van het jaar de druk van de betaalbare en goedkope woningen hebben afgehaald en of we de doelstellingen halen om statushouders te huisvesten. De voorzitter constateert dat dit een toezegging is. De heer Scheifes (GL) merkt op dat je als je vanaf het begin kiest voor de magic mix nog steeds die 46 huizen overhoudt op de woningmarkt. Wethouder Van Lunteren antwoordt dat het Koetshuis geschikt is voor 46 alleenstaanden, daar kunnen geen gezinnen in maar in 46 huizen kunnen ook gezinnetjes in met een klein inkomen. De heer Scheifes (GL) merkt op dat het nog enige tijd duurt voor het Koetshuis ontwikkeld is en in maart komen de studentenwoningen vrij, dan kunnen we toch gelijk starten met die magic mix. Wethouder Van Lunteren antwoordt dat het erom spant of we dit jaar de 480 halen en volgend jaar 350, afgerond, dus we hebben alles nodig, woningdelen, de studentenhuisvesting, het Koetshuis en Kesteren. De heer Bruijns (CDA) vraagt in hoeverre het vullen van het belastingkantoor kan helpen om deze nood te ledigen. Wethouder Van Lunteren antwoordt dat dit niet aan de orde is totdat daar duidelijkheid over is. De voorzitter wijst erop dat er geen voorstel ligt voor het belastingkantoor. De heer Bruijns (CDA) geeft aan dat nu een andere locatie kiezen omdat je een gebouw wat je hebt, het belastingkantoor, niet wil of kan gebruiken de fractie ertoe dwingt dat in de discussie mee te nemen. Met het belastingkantoor kun je de woningnood helpen en hoefje geen pand aan te kopen op een plek die daarvoor niet geschikt is. Wethouder Van Lunteren antwoordt dat het college een zorgvuldig traject gelopen heeft met het belastingkantoor. Laten we dit eerst netjes afronden met de COA, dan kunnen we, tijdelijk of permanent, er iets mee tenzij de COA het toch graag wil aanzetten. De heer Van der Horst (BOB) merkt op dat juridische- of vergunningsproblemen toch getackeld zijn en vergunningen kunnen tegenwoordig toch razendsnel afgegeven worden. Wethouder Van Lunteren vindt deze vraag volstrekt onduidelijk. Notulen gemeenteraadsvergadering d.d. 22 december 2016 Pagina 256

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2016 | | pagina 9