6 het koninklyk Besluit van den 5 october 1822 de nodige voorzieningen behelst om ons te weren teger.s het onmatig gezag der P.egtbanken, doch in gevallen waarin wy als aanlegger een.er overtreder tot het ondergaan der opgelegde straffen,voor den Regter moeten dagvaardenzien nog geen kans om het voor gestelde oogmerk,zonder tusschenkomst van het Regterlyk gezag,te bereiken, Q 2 Alle misdaden en overtredingen der wetten zyn gebragt ter kennisse van de justitiële Ambtenaren,met het vervolgen derzeiven belast,en het is dan ook ten gevolge van dezen regel,dat de Politie-overtredingen,waar var. w y anders gehandeld hebben, voor het Vredegeregt door de commissaris van Politie en in appel voor de correctionele Rfegtbark door den substitut officier respectively! als Eischer of verweerder zyn behandeld geworden, 0 3 De Plaatselyke Autoriteiten en Ambtenaren hebben hunne Posten met allen mogelykheden yver waargenomen en op de doelmatigste wyze aan hunne verpligtingen voldaan weshalven dezelven daaromtrentde loflykste getuigenis verdienen, 4*De landelyke Belastingen zyn behoorlyk ingevorderden voor zooveel wy weten zyn die ook door de Ingezetenen behoorlyk aangezuiverd geworden.hoeveel zulks hun ook hebbe gekost by het meer en meer toenemend verval van bedryven en kostwinningen. Q 5 De Quohieven van Belastingen worden onmid—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1823 | | pagina 3