te kwyten,zoo neemt dit echter niet weg,dat er voor hun,redenen van bezwaar bestaan in het dragen der Grondlasten,daarin bestaande,dat de stad en het Arrondisse ment van Breda is gesurchargeerd met eene onverpligtte betaling vanaf 94,902-16-15 jaarlyks,hetwelks reeds sedert 1811 is blyven voortduren,en het is voor de ingezetenen van het hoogste belang,dat dit by de superieure Autorieteiten zelve erkend abuis mogt worden geredresseerd. De aangifte vcor de Personele Belasting naar dezelver onderscheidene grondsla gen, geschiedt naauwkeurig en daarin wor den geene fraudeE begaan,ten minsten niet ons bekend,en wy moeten het daarvoor houden, dat de administratie der Directe Be lastingenook deswegens geene redenen tot klagten ondervindt.vermits wy niet gehoord hebben,dat enig ingezeten des wegens eenige onaangenaamheid heeft on dervonden Het schynt dat de voorhandene mid delen tot het tegengaan en ontdekken van de fraudes tegen de Directe Eelas- tingenvoldoende zyn,om welke reden, voor zoo verre wy over dat onderwerp oor delen kunnen,wy vermeenendat er geene andere of meerdere met delen van toezigt benodigt zyn. Ondertusschen kunnen wy ten aanzien van het frauderen der Belastingen op de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1825 | | pagina 2