de zorg van den Koramissaris van Politie ten. algemeen genoegen gadegeslagen en de hand aan de plaatselyke v erordeningen gehoeden, en -wanneer een dergelyk appui by de Regt- bank mogt worden gevonden, zoo ware er alle reden om daarover tevreden te zyn; doch ongelukkigerwyze ontmoet het stedelyk Bestuur, by den Regter een sivulateur van alle deszelfs maatregelen van politie, in plaats van een bedeeier van het regt. Het is dus dat by elke n tegenstand die een overtre der van deze of gene politie verordening, op aanraad van een daartoe zich byzonder toegelegde Regtsgeleerde goedvindt te ma ken, wanneer de zaak ter cognitie der Regt- bank van eersten aanleg wordt gebragt, dat den Regter zich alsdan inlaat niet met het onderzoek of er eene overtreding heeft plaats gehad, maar ingezonderheid met de voor hem vreemde bemoeyng, of het stedelyk Bestuur de bevoegdheid heeft gehad in eene stedelyke keuve, zoodanig gis de onderwerpelykete maken En het mangelt dan niet aan schyngro- nden, om de bedoelde verordening voor onbe staanbaar te verklaren en den beklaagde vry te spreken; - ofschoon nu dergelyke handel- wyze strydig is aan de Grondwet, strydig aan den gemanifesteerden wil van den Ko ning, strydig met onderscheidene arresten van de opperste Gergtshoven en nog laatstelyk aan dergelyk by het Hoog Geregtèhof te Luik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1826 | | pagina 20