Dienst van Veren, Veerschuiten en publieke Voertuigen Zoo wel door de beurtschippers als de diligences, wordt den dienst behoorlyk waargenomen- Eerstgemelden hebben zich echter by voortduring zeer te beklagen over de kunstemaryen van particuliere Schippers welke inbreuk op de veren maken, en voornamelyk op dat van Rotterdam.- Wy zyn ter dezer zake nader in correspondentie getreden met Heeren Burgemeester en Wethouders dier Stad, en hebben wederzyds alle mogelyke voorzieningen, voor zoo verre de wetten op de Schippery zulks toelaten, daartegens genomen, doch geen dezer maatregelen waren tot nu toe van duur zaam afdoend effect geweest. Ten einde het kwaad echter zoo veel mogelyk te beperken, is den Kommissaris van Politie andermaal "dringend gelast, op de observatie van het Koninklyk Besluit van den 21 Augustus 18.T8 Staatsblad No.33) in verband met dat van 4 September 1819 (Staatsblad No.46) nauw keurig te waken en de daartegens bevonden overtredingen behoorlyk te constateren; en ten gevolge hiervan is door denzetven op den 9 6 December 1828, Proces-verbaal ge— dresserd contra den Schipper Isaac Moolenbergh, welke vervolgens ook door de Regtbahk alhier is veroor deeld tot eene boete van vyfentwintig Guldens en de kosten van het Proces; 't gee?., zoo wy vertrouwen, voor het vervolg, van eenig gunstig effect zal zyn Het Trekschuitenveer op Terheyden neigde tot een geheel verval; het Stedelyk Bestuur heeft het echter van belang geoordeeld, hetzelve in Stand te houden, waartoe dan ook steeds vóór twee jaren, eene geheel nieuwe Schuit is aangekocht, terwyl in dit jaar de toelage van stadswege voor dien Schipper van ƒ75,tot ƒ100,= is verhoogd geworden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1828 | | pagina 11