het emploi van welke gelden wy behoorlyke ver antwoording hebben gedaan en waartoe voorts wordt gerefeerd. Op den 24 November 1828 heeft pligtige inaugoe- ratie plaats gehad der Koninklyke Militaire Akademie; sedert is dit belangryk etablissement in werking, en wy vermeenen met grond te mogen kopen, dat hetzelve veel zal contribueren om deze stad eenigermate te doen vooruitgaan. Dewyl door de R.K. Gemeente dezer Stad reeds vroe ger een eigen begraafplaats is daargesteld en door de Hervormde Gemeente thans dit voorbeeld is gevolgd, zoo kan dit aangelegen punt alhier ter stede nagenoeg, en behoudens het observeren van nog eenige formaliteiten worden beschouwd als geregeld en afgedaan, te meer dewyl er door het Stedelyk Bestuur, met eerstgemelde een contract is aange gaan om deszelfs Kerkhof tevens als algemeene begraafplaats te bestemmen, en waardoor dus ook overigens, voor zoo veel nog des noods, in die behoefte is voorzien. Omtrent de andere punten van aanbelang, hebben wy achtervolglyk hiervoren gelegenheid gehad afzonderlyk te handeien, en wy vertrouwen dan ook dat dit verslag genoegzaam zyn zal ter vol doening aan Uwer Sxcello verlangen ten deze Burgemeester en Wethouders der Stad Breda /geteekend/ De Hoy Tgr ordonnancie van Dezelve De Secretaris der Stad /geteekend/ H.W» Schauikes

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1828 | | pagina 26