correspondentie uitgemaakt, waarvan de aanhaling
der Missives van 30 Augustus Ne. 453 en 30 September No.515
aan Uwe Excell. alsmede die van 25 October jl No. 569
met de bylage aan Heeren Gedeputeerde Staten ge
noegzaam zyn zal. - Voor zoo veel ons bekend, heeft
de aanbesteeding der te vervaardigen stelling, waar
van in gemelde onze Missive Sub No.515 is melding
gemaakt, nog geen plaats gehad, doch wy vertrouwen,
dat by het bekomen van den pecunidiven bystand,
waartoe de rescriptie van kerkvoogden by ons vroeger
gemeld schryven Sub No, 569 aan Hun Ed. Gr. st. strekkende
was die reparatienwel degelyk zullen worden onderno
men en willen alzoo voor het tegenwoordige te dier zake
niet verder vooruitloopen.
De Gebouwen der Godshuizen en verdere gestichten zyn
in eenen goeden staat; wy hebben deswegens tevens verslag
gedaan by de opgaven voor het Armwezen overr1828, by
onze Missive van den 56 January jl. No. 10 ingezonden.
Voorts moeten wy hier nog byvoegen, dat ten gevolge
van het uitdrukkelyk verlangen Z.K.H. de Kem-
missaris Generaal van Oorlog, nader aan ons medege
deeld by Uwer Excell. Missive van 17 January 1828
A No1de aanbesteding der vernieuwing der paarde-
kribben in 's Lands Militaire Stallingen, te laste
dezer stad heeft plaats gehad, welke is aangenomen
voor -3790, behalven het buitenwerk; en dat deae vernieu
wing volgens Bestek, moet zyn afgewerkt tegens ultimo
Maart 1829, na den afloop van welke, daarvan volgens ge
dachte Missive, door ons aan het Departement van
Oorlog zal worden kennis gegeven.
Invordering der Plaatselyke Belastingen
Ten einde een gans overzigt over de Stedelyke Belas
tingen te geven, hebben wy het niet ondienstig geoordeeld
eene vergelykende staat van opbrengst over 1826, 1827 en
1828 hierby te insereren, uit welke tevens de gang der
LandelykeAccynsen kan worden opgemaakt.