Hieruit zal Uwe Excell. ontwaren dat ofschoon Sommige artikelen in 1828 meerder hebben opgebragt dan het vorige jaar, de Stedelyke Belastingep. echter per Slotte over het geheel met 504 - 65i zyn verminderd; terwyl ook 1827 weder minder heeft gerendeerd dan 1826, en er dus eenen teruggang plaats heeft. Dat er intussen geene middelen onbeproefd worden gelaten om derzelver opbrengst te verhoogen, daarvan kan Uwe Excell. blyken door de opnoeming der volgende door ons successivelyk nader genomene maatregelen en gedane demarches by de Kommanderende Officieren van het Garnisoen, om maatregelen te nemen tegens den clandestine invoer van brood en Meel by kleine partyen, door Manschappen van hetzelve gepractiseerd. De aangewende pogingen om de Commiesen niet meer te doen blootstaan aan de grove bejegingen door Offi cieren en Soldaten der bezetting, welke noodwendig den moeddier Geëmployeerden zeer moet onderdrukken. De invoering onder goedkeuring van Z.H. met 20.No vember 1828, van éen additioneel artikel ep het Regle ment voor de Stedelyke Belastingen, waarby aan 's Ryks Kommiesen gelyk aandeel als van de Stedelyke Beambten wordt toegekend in de aanhalingen en boeten dier Belastingen, en voorts de goo veel mogelyke handhaving van alle ook van Gouvernementswege daargestelde nadere verordeningen tot bevordering van den opbrengst. Ofschoon de Stedelyke geëmployeerden niet altoos behoorlyk worden gesouteneerd, en het aandeel dat hun zoude aankomen in de Calanges van 's Ryks Belas tingen, (volgens )bekomene aanstelling om daarop te vens te rechercheren) byna niet noemenswaardig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1828 | | pagina 7