iszoo blyft ncgthans by dezelven die yver levendig welke by de voortdurende vigilantie onontbeerlyk is. Eindelyk, moeten wy hier nogmaals aanhalen, dat het niet geapprobeerd terug erlangen van het ontworpen Reglement omtrent het houden van eener peiltekening op den uitslag van het aan den Accyns onderworpen levend vee, zoodanig als hetzelve laatstelyk by onze Missive van den 8® Mei 1828 No» 248 is geretourneerd, de Surveil lance omtrent den rigtigen opbrengst van het geslagt, voortdurend zeer bemoeyelykt; doch in het vooruit- zigt dat ook voor dit middel eventueel nadere lande-,'- lyke bepalingen zullen daargesteld worden, moeten wy thans, wegens de toestemming tot het inmiddels invoeren van ons gedachte Reglement zelve twyfel voeren. Gemeente Begrootingen Hoezeer het immer het verlangen van het Bestuur is, om ten bepaalde tyde alle stukken in te zenden, zoo is men echter ditmaal buiten de mogelykheid geweest, om de Jaarlyksche Begrooting der Stad, tydig genoeg op te maken eensdeels uithoofde men geen genoegzaam overzigt had omtrent de behoeften der Schut- tery, welke voor 1829 voor het eerst, naar aanleiding van art. 34, 2® alinea, der wet van 11 April 1827, een ge deelte van de gewoone Begrooting, der Stad zal moeten uitmaken, en ten anderen, vermits men geene berekening konde m^ken omtrent de onkosten der uitdieping van de Haven voor S|ads aandeel, en waar door men dus onzeker was in hoeverrendeze kosten, 't zy voor 't geheel of gedeeltelyk, in de gewoone begrooting konden worden opgenomen; deze hinderpalen alsnu echter nagenoeg uit den weg gerumd zynde zal de inzending

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1828 | | pagina 8