nader nategEan,ten einde daarin verder die verbeteringen aante- brengen,voor welke deze zo aangelegen zaak,vatbaar zal geoorèé deeld worden, en om alzoo de vryheid der circulatiezoveel nog— elyk met de vei'zekering van den opbrengst te trachten te ver— enigen;tegen welk laatste,tot heden,alle onze pogingen en hem— oeyinger.orr. de afhankelykheid daarby van de Landelyke Wetten, verre zyn te kort geschoten,, 7 'Seaeente Bee"ootinf~en. Ben gevolge der verhinderingen waarvan in ons verslag over 182i is melding gemaakt, is de stedelyke begrooting van 1829, eerst it. de maand Maart van dat zelfde Dienstjaarby den Stedelyken Raa.d kunnen worden gearresteerd en hoegaande door het Bestuur ook aan de bestaande verordeningen wordt voldaan,zoo is hetzel ve ten aanzien der Begrooting voorl 830 weder in de onmogelyk— heid geweest,om ten minste met genoegzame kennis v=n zaken(wel- ke waarby toch onmisbaar behoort)tydig daarmede werkzaam te zy Wiet langer dan volstrekt noodig is,zal echter met de inzendin worden vertraagd,en wy hopen dat de daartegen bestaande bezwar en, ten gevolge der invoering van het nieuw Reglement en Tarief voor de stedelyke Belastingen,spoedi geheel zullen opgeheven worden, Behalven dat de Begrooting voor de dienstdoende Schuttery volgens art 34 der wet van 11 April 1827,in de Stedelyke Begrooting van 1829 was begrepen,is eerstgeraelde op daartoe ontvangsne aanschryving van uwe Bxcell nog appart ingezonden, zullende deze beide voortaan gelyktydig worden overgemaakttev ens tot staving der op de stedelyke Begrooting voor dezelve Schuttery voorgedragen toelagen uit de Gemeente kas,zoo als zulks by TJwHoog-BdelG-estr Missive van 1 7Julyl 829 AN°5,Bureau van militaire Zaken,wordt verlangd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1829 | | pagina 10