de directie over de rivier de Mark geheel en al wordt uitgeoef
end, is de schouwing derzeive achterwege gelaten;het trek-of
jaagpadeverwel door de stad onderhoudende worden,is in den na
zomer van wege het stedelyk Bestuur geinspecteerd en zal enige
herstellingen moeten ondergaan;doch zulks is om het kort daarop
afkomende water en deszelfs voortdurende hogen stand.provisio
neel moeten achterwege blyven.
By ons verslag over 1828 de dato 28<Tanuary1829H° 88 hebben
wy melding gemaakt van 2bepalingen omtrent de uitdieping
van dezer stads Haven,en de beraamde maatregelen om daarvan
0
gevolg te geven,waarop alsnu tot vervolg dieneJdat op den 14
Maart 1829,ten Stadhuize alhier,tusechen gecommitteerden uit
het Heemraadschap en het stedelyk Bestuur,in bywezen van eene
commissie van Heeren Gedeputeerde Staten,naar aanleiding van
HunSdGrAchtb besluit van 2 December 1828 LittEH ,is
gebesoigneerd omtrent het aangaan eener strekking wegens de by-
drage door eerstgemelde administratie aan d.e stad te doenjdat
men aaarby,behoudens wederzydse approbatiewas overeengekomen
voor ƒ9000,- mits het werk dsn in zyn geheel van stadswege werd
gedaan,dat echter door de commissie van het heemraadschapdien
zelfden dag daarop is teruggekomenmet te kennen geven,niet me
er dan ƒ8500,-te zullen contribuerenomtrent welke zaak by Mis-
6 O
sive van den 19'Kaart N 184 aan Heron Gedeputeerde Staten is
gerapporteerdmet verder voorstel als daarby is- vermeld;dat
daarop provisioneel in antwoord is ontvangen de Missive van
HunSdGrAchtb van 27 Maart Litt V,houdende onder anderen
autorisatieom hangende de beslissing van het geschil,de aanb
esteding voortebereiden:dat daarop is gevolgd USdGrAchtb beslu
it van 8Mei 1829Di"bt TB,houdende decisie deswege en bepaling
der bydra,ge op ƒ8750—waarvoor de stad de uitdieping moest
doenbehoudens het regt der partyen om hunne verdere beswaren
omtrent de gevolgen der uitdieping enz aan Z„M<> voortedragen,