geheel.Doch dewyl den benoemden conrector J.J.Pontier,ver- volgens by het aan ons,by apostille van Uwe Excell van den 22 o October jl A N 4,ingezonden Rekwestverzoek heeft gedaan,om provisioneel tevens de werkzaamheden als Rector op ziek te nemen en het gebouw der latynsche Scholen,voor het houden van kostleerlingente mogen occuperen,is dit onderwerpzoo wel door Heeren Curatorenals by den raad opnieuw behandeld geworden waarvan ten gevolge dezerzyds is gerescribeerd als hy berigt van den 8December jl N°684 is vermeld,met byvoeging der inge leverde doch uiteenlopende opiniënvan gedachte Curatoren;terw- yl op Uwer Emceïl mede de betrekkelyke Missive van den 19 Nov 1829 A N°3,Poli cie,by schryver. ven der. 'Dscr.ber daaraan volgende N°685»onder mededeeling van het antwoord van twee leden van hetzelve Collegia van Curatoren is berigt,en tot alle welke stukken by deze kan worden gerefereerd. Doch uit dit een en ander blykt alzoo,dat het onderwys aan dezer stads' Latynsche scholen,hangende den uitslag dezer zaak nog nagenoeg is verbleven op den vorigen voet,dat is:dat de ver betering nog van weinig aanbelang moet heeten,en zulks het gev al zal blyven ,tot dat er een nieuwe rector zal zyn benoemd,of aan het verlangen van de heer Pontier zal worden voldaan;doch aan welk laatstehoezeer ook voor het ogenblik daaruit enige opbeuring zoude kunnen ontstaan,het stedelyk bestuur,om het onzekere van den maatregelzynen byval heeft vermeend niet te moogen veleenenwaarvan de redenen in voorgemelde berigten genoegzaam zyn ontwikkeld. Omtrent den staat van het lager onderwys kunnen wy even als inde voorgaande jaren,zeer gunstig rapporteren. In de eerte plaats komt hierby in aanmerking de stads Neder— duitsche- en Pran&phe kostschool die thans 55 kostleerlingen en 30 dagdiscipelen telt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1829 | | pagina 20