op de Buitenlandsche steenkolen, voorloopig met de binnenland— sche gelyk moeten stellen/ van welke invoering by onze missive e van den 24 December te voren Do.851 ook aan Heeren Gedeputeerde Staten is kennis gegeven, en waarvan wy ons de beste gevolgen be -loven, vooral ten aanzien der maatregelen voor het geslagt welk middel nimmer te voren genoegzaam is kunnen worden gesurveilleerd, zelfs in weerwil door ons ook nog plan by her haling met overleg der Militaire autoriteit en der Heer In specteur van 's Ryks Belastingen, voorzieningen waren ge - nomen, ten einde het vleesch voor de Troepen en Ziekenzaal niet anders dan in Stads- Vleeschhal mogt worden afgeleverd, en dat daartoe nog voor dezelve behalve een 's Ryks en Stedelyke commies ook Schildwachten geplaatst werden.- En ofschoon eenen vergelykenden Staat voor den opbrengst der Stedelyke Belastingen, over 1830, met die van de laatst voor -gaande jaren, niet wel tot maatstaf voor eenige vaste be rekening kan dienen, zoowel om de onderscheidene wyze van heffing van sommige middelen, als om de toevallige redenen van het meerder rendement zynde deze laatste vo'or- namelyk gelegen in het aanwezen van een zeer sterk gar nizoen en het approvisconement der Vesting:/ zoo hebben wy het nogthans niet ondoelmatig geacht hier weded zoo danige Staat in te voegen houdende overzigt over de Jaren 1828,1829,en 1830; zoo als die als nu volgt,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1830 | | pagina 11