0 over 1829, dient dat na eene op den 6 April 1830, deswegens houden conferentie met een commissie uit de Vergadering van H.H. Gedeputeerde Staten, dezerzyds is toegestemd in de ver mindering der afkoopsom voor dat werk door het Heemraad schap van Mark en Dintel van ƒ8750 op ƒ8500, zoo als hetzelve was aangenomen, en welke toestemming minder berustte op de overtuiging van het regt of de billykheid daartoe, dan wel om te toonen dat het Stedelyk Bestuur daarmede geen voordeel van de Stad beoogde.- Ten gevolge dier toetre- e ding is gedachte afkoop by H.E.G.A. Besluit van den 9 April Litt.I.I.I. Afdeeling van Financien, definitivelyk op gemelde somme van ƒ8500 bepaald, welk bedrag in de Maand Mei door het Heemraadschap verder is uitbetaald geworden en waarvoor hetzelve door het Bestuur daarop finaal is gedechargeerd.- Evenwel is aan den aannemear Pieter Flipsenop deszelfs daartoe gepresenteerd Rekwest na gedane onderzoek omtrent de billykheid, by Besluit van den Raad van den 18e Augustus 1830, Litt G, nog daarteboven zoo voor buitenwerk als wegens verlies aan Interessen eene tegemoetkoming van ƒ300 toegekend, waarvan by welgem. H.E.G.A vervolgens is toegestemd, en waardoor dus deze zaak in zoo verre is ten einde gebragt.- Ook is dit jaar een en ander- maal met de genie gecorrespon deerd omtrent de meest geschikte wyze om een Spuyng door Stads binnen grachten te doen plaats hebben, en waarschyne- lyk zouden de daartoe voorgestelde maatregelen van Effect zyn geweestmaar alvorens dezelve konden tot stand ko men hebben de omstandigheden te weeg gebragt dat door gem:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1830 | | pagina 18