heeft toegebragt, doch die in 1829 provisioneel als waarnemend Schipper voor nu wylen Nicolaas Bouwens werd geadmitteerd als nu door Heeren Burgemeester en Wethouders aldaar ten gevolge onzer gunstige intercessiedefinitivelyk is aan gesteld worden,en waardoor dus diens nadeelige concur rentie geheel en al heeft opgehouden.- Wat verder aangaat de Postwagendiensten.- Reeds by ons verslag hebben wy te kennen gegeven, dat door ons de noodige voorloopige maatregelen waren genomen, tenoeinde de verordeningen vervat in het by Z.M. Be sluit van den 24 November 1829 Staatsblad:No.73 vast gestelde Reglement op de Dienst der openbare middelen van vervoer te lande, ten stipste zouden nageleefd en achtervolgd worden, en deze mesures zyn vervolgens door ons voortgezet, in voege als zulks by de betrekkelyke Besluiten van Heeren Gede puteerde Staten van den 29 December 1829 /Prov. Blad No.167/ en 14 April 1830 /Prov9Blad No. 60:/ werd verlangd, waartoe ook de noodige aanschryving aan de ondernemers is ge daan, en waaromtrent by onze Missive van den 26 July daaraanvolgende No.415 aan H.E.G.A. is gerapporteerd, met verzoek tevens daarby om de volgens de regeling der kosten voor de keuring der rytuigen en verdere toestel, volgens tarief, zoo als daarvan ten Slotte van art 26 en 42 van op ge meld Landelyk Reglement is melding gemaakt, de noo>- dige informatien mede te deelen; doch waarop wy door welgemlde H.E.G.A., wederkeerig zyn verkocht daartoe een ontwerp tarief op te maken en hetzelve ter goedkeuring aan te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1830 | | pagina 21