Binnelandsche Zaken van den I6e September jl. No.66 tegen
1e November is ontslagen met een Rykspensioen van ƒ750 en
van de stad met ƒ150 jaarzoo als vorengemeld; doch heeft
dehzelven niet lang het gunst mogen hebben, als zyn-
de reeds op den 25 November daaraanvolgende overleden.-
0
Intussen is volgens de by U.E. Missive van den 6 Decem
ber ingezonden nadere resolutie van het Departement van
Binnenlandsche Zaken, van den 30 November No.81tot opvol
gend Rector benoemd de Heer Theodorus Verwayen, welke
deszelfs functien reeds heeft aangevangen, en waardoor al-
zoo het personeel voor het Onderwys der Latynsche Scholen
weder op den vorigen voet is gebragt, zonder dat wy voor als
nog kunnen beoordeelen van welken invloed zulks zyn zal
op den meerderen bloei derzelven, welke nogthans teregt met
algemeen verlangen wordt tegemoet gezien.-
Dewyl in den Staat van het lager onderwys sedert
ons vorig jaarlyks verslag, geene byzondere veranderingen
hebben plaats gehad, vermeenen wy ons daarvan tot voorkoming
van gedurige herhalingen, ditmaal te kunnen gedragen,
te meer uit hoofde ook nog daaromtrent by onze Missives van
den 17 Maart 1830 Mo.192 en den 23 April daaraanvolgende
No.249, tengevolge U.H.E.G. daartoe gedane aanvragen, na
dere inlichtingen zyn medegedeeld, terwyl ten aanzien der
armenschool, jaarlyks by de opgaven omtrent het arm
wezen, eene Staat wordt ingezonden, welke wy over
1830, spoedig de eer zullen hebben aan te bieden, en er einde-
lyk