de stad of te wel de Ingezetenen, by het ryzen of dalen der waar -de aanmerkelyke schade zoude kunnen ondergaan, terwyl in het laatste geval er soms geene genoegzame verhouding tussen den verkoop des eenen met die des anderen bestaan zoude, hetwelk dus tot veèle, ofschoon dan ook ongegrondde aanmerkingen konde aanlei ding geven, behalve dat dien onzekere cours, de werkzaamhe den, om de berekeningen, zeer zoude vermenigvuldigen. Dat daarby verder in aanmerking is gekomen, dat alhier ter stede onderscheidene geaccrediteerde Bankiers, zich met de aanneming der ^ecepissen reeds daadwerkelyk bezighielden en daarvoor de volle waarde naar den Beursprys besteedde,en dat, zoo dit al elders, by voorbeeld ten platten lande, de tusschenkomst van het Plaatselyk Bestuur, als noodzakelyk mogt kun nen beschouwd worden, men het daarentegen alhier ter Stede ge rust voor hande houden, dat aan U.E. gedachte circulaire ook buiten het Bestuur, genoegzaam, ja zelfs, om de concurentie dier Bankiers, welli^t nog beter zoude worden voldaan, dan door de bemoeyng daarin van Stads Kas op het helpen daarstellen van associatien tot dat einde, als welke laatste by het voor stellen van eenige bepalingen, toch al spoedig den naarborg van het Bestuur zouden hebben ingeroepen, welke, zeer be- zwaarlyk konde worden verleend.- om de redenen vermeld in onze Missive van den 218 De cember jl. No.815, hebben wy de vryheid genomen aan U.E. te verzoeken, dat de personele belasting over 1831, niet mogt wor den verhoogd, doch volgens de daarop ontvangen rescriptie van dén 25 January 1831 No. /1 Afdeeling Directe Belasting is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1830 | | pagina 3