van 's Lands-wege der Hoogë Barakken, of te wel, om aan de Stad
een renteloos kapitaal van ƒ120000 toe te staan tot het houwen
eener nieuwe kazerne, gelyk wy daarvan in het verslag over
1829, op art.26.
Byzonderheden. hebben gerapporteerd, terwyl voorts nog naar aan
leiding van eene rescriptie van Z.E. den Heere Directeur Generaa!
van Oorlog van den 24 Maart 1830, waarby het Bestuur werd uitge-
noodigd om onderzoek te doen of de kosten niet minder
konden zyn, alsmede om daartoe eene geldleening te doen, om
de termynen van betaling langzaam te stellen, nadere plans
zyn beraamd, en wel tevens tot den aankoop en verbouwing van
particuliere huizen, doch waarna men ten gevolge der daarom
trent gedane berekeningen en der daarby zich opdoende
bezwaren van onderscheiden aard, en de Maand Mei, nog
maals op het vroeger en hiervoren aangehaald ontwerp, by het
Gouvernement heeft moeten dtukken; met weglating alleen
van het eerst gedane voorstel, om om het ve^eischte voorschot
renteloos te erlangen, en welk voorstel de Raad ook nog nader
hetzy by vernieuwd adres of by personele Commissie by Z.M.
meende aan te dringen, terwyl ook reeds de vryheid was ge
bruikt om de wegens Z.E. den Prins van Oranje en
en Prins Frederik der Uederlanden9tydens Hoogstderzelver suc-
cessivelyk alhier ter Stede gehouden verblyf in de Maand Au
gustus, te onderhouden, doch al het welke om de kort daarop vol
gende gebeurtenissen is achterwege gebleven, of geen verder eff
-ectgehad heeft; zelfs de reeds in Juny gebruikte voorzorg, om,
uit'hoofde van den mangel aangelegenheid tot berging der verlof
gangers van het Departement van Oorlog te verzoeken, dat
de verlofgangers behorende tot de destyds alhier in gar-
niezoen