J
om de omstandigheden in aanmerking genomen, in alles, immers
tot dusverre, eenigermate ordelyk te kunnen te wek gaan, en
de Ingezetenen in het bezwaar der Inkwartiering eenigzins te
verligten.-
Invordering der Plaatselyke Belastingen
0
By onze Missive van den 6 January 1830 No. 13, hebben wy de
eer gehad aan U.E. in^te zenden eenige exemplaren van het op
den 26 December 1829 by den Raad gearresteerde Regle
ment en Tarief Voor de Stedelyke Belastingen, zoodanig als die
met den 1e January 1830 zyn in werking gebragt, met opgave teven,
der voornaamste veranderingen in het Tarief, in vergelyking
van het tot dien tyd bestaan hebbende, en zynde dezelfde veran
deringen gelegen
0
1 In de heffing van het gemaal als eigen middel, onder vermin
der Stedelyke Belasting van ƒ2,10 per mudde Tarwe aan op
centen, op eenen inpost van ƒ1 ,50, en van de 60 opcenten per mud
-de rogge op een Import van ƒ,50;2^ In der vermindering der opce
-nten van der Bü.itèhl&hdsche w.yn en Buitenlandsch gedis-
tileerd, van 50 op 25, terwyl tevens de wyn als het ware tot een
0
eigenlStads middel is overgegaan 3 In eene verhoging van
10 percent der fourages; 4 6 idem der zemelen van 20 op 40 cents
per mudde, en 5 In de verhooging der binnenlandsche steen
kolen van ƒ1,- op ƒ1,50, berekend tegen het hoed op 17 mudden
Doch daar deze belastingen als toen slechts voorloopig voor
vier maanden nog tenworden geïntroduceerd is op den
25e February 1830 het gezegde Reglement onder eenige wyzi-
gingen en verbeteringen nader vastgesteld, met behoud
echter van het tarief, terwyl voorts ten zelfde dager
zyn