7 Gemeente Begreotingen. Hoewel de redenen welke het bestuur in het najaar van 1830 vferhinderden om de stedelyke Begrooting voor het toen volgende jaar 1831,tydig in te zenden,en waarvan in de missive van den 0 Q 10 September 1830 N 509,is melding gemaaktwaarmede H.E.G.A. ook vervolgens hebben genoegen genomen,ook nu tegen het ten bepaalde inzenden der Begroting van 1832,immerB merderendeels weder bestonden,heeft men zich nogthans bevlytigd aan de circu- 0 O laire van Z.B.den Heren Gouverneur van den 15 September jl A N 21(Prov blad N°143)zodra enigermate mogelyk te beantwoorden, en ten gevolge daarvan is dezelve Begroting voor 1832 bereidsop 0 den 17 December jl by den Stedelyke Raad gearresteerdgelyk die by missive van den 31 eDecember daaraanvolgende N°912 is ingezonden,terwyl de Begroting der Schuttery voor 1832,vol gens het daartoe te kennen gegeven verlangen was voorafge- 0 Q gaan by conductoire van den 24 December 1831 N 888 8 Aanzuivering der Gemeente Rekeningen. Stads Rekening van 1827 welke by missive van den 4ei1ebruary 1831 was ingezonden,is reeds in de Maand Maart daaraan volgende,door H.E.G.A. gearresteerdterugontvangen.Die van 1828 by de Raad op der 22eJanuary 1831 opgenomen,is om het tydsverloop tot het maken der beide afschriften,eerst op den 6eAugustus,by missive N°541,kunnen overgemaakt worden doch is reeds in het begin van October geretourneerd. Ofschoon de Rekening van 1829 nagenoeg is afgewerkt en de voorlopige opneming by den Raad dus eerlang zal kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1831 | | pagina 15